Verhaal

Meer over het gezin van Marianne Schrijver

Uit welk nest is zij afkomstig?

Door: Jan

Marianne (*1879) was het 8e, en één na laatste, kind van het diamantbewerkersgezin van David Schrijver en Naatje Rood. Naatje kwam uit Den Haag en woonde een tijdje bij haar toekomstige schoonvader Hijman (*1809) in (als dienstmeisje?), die ook diamantslijper van beroep was.
Ze hadden het niet breed, getuige hun woonadressen in de berucht arme Jodenkerkstraat (thans Nieuwe Kerkstraat) en na 1875 de Rapenburgerstraat. Hun kinderen kwamen wel veelal beter terecht.

Haar jongste broer was inderdaad Louis, die van allemaal het best heeft 'geboerd' als makelaar in effecten (waarschijnlijk via zijn schoonvader Jacob Krijn). Hij overleed echter al in 1930, vlak nadat hij als belegging een 2e huis had gekocht in de Heinzestraat 19, en als zodanig verhuurder werd van zijn zussen Sara Schrijver (*1867), Elisabeth Schrijver (*1875) en Marianne. De weduwe van Louis, Corry (Cornelia Schrijver-Krijn) zette de verhuur voort. Haar drie kinderen waren allen in staat om te vluchten naar de VS. Corry wilde haar huis aan de Koningslaan 34 niet verlaten. De twee broers Lodewijk A. en Adolf Leo (Bill) al in 1938 en de zus Netty vanuit Genève, waar zij werkte op het nippertje in 1940. Bill en Netty hebben elk een gezin gesticht en nakomelingen gekregen.
De drie zussen woonden bij elkaar in het bovenhuis, al is de oudste zus Sara een tijdje eruit getrokken door haar vrij kortstondige huwelijk met een katholieke man genaamd Zeeman. Een andere zus Eva (*1870) was zelfs nog eerder dan Louis, in 1923 overleden aan een ziekte en in Muiderberg begraven. Sara en Elisabeth zijn allebei in de oorlog aan ouderdomskwalen overleden; zij staan niet in het Joods Monument vermeld. Marianne, de geliefde zanglerares, was minder gelukkig. Zij had eind 1942 op tijd in de gaten dat er een razzia plaatsvond in de Heinzestraat en kon vluchten naar haar broer Joachim (*1871), die in de Paulus Potterstraat 42 woonde. Daar zijn beiden echter verraden en op 4 februari 1943 gearresteerd. Joachim was de enige van het gezin die heeft gestudeerd en is maag-darmarts geworden. Hij had een niet-Joodse vrouw Ida IJzerman, getrouwd, wat heeft bijgedragen aan zijn miraculeuze overleving in de oorlog, na verblijf in Vught, Westerbork en Theresienstadt. Joachim was in zijn tijd bekend als secretaris van het comité Hulp aan Spanje en nog lang na zijn dood als gezaghebbend grafoloog. Zij kregen nakomelingen, waaronder schrijver dezes een kleinzoon is.
Dan zijn er nog drie broers onvermeld gebleven:
- de oudste Hijman (*1866), die het vak van zijn voorvaderen als diamantslijper voortzette. Hij overleed in 1912. Zijn weduwe Louise Schrijver-Barends staat in Joods Monument vermeld. Zij hadden vijf kinderen. De oudste David (*1891) werd psychiater en wist met zijn vrouw, ook psychiater, Selina Hertzberger en 2 dochters in 1940 net op tijd via Frankrijk en Engeland naar de VS te ontkomen. Hun nakomelingen wonen in de VS en ook in Israel, want de 3e, oudste dochter was al voor de oorlog als Zionist naar Palestina verhuisd.
De overige kinderen van Hijman en Louise zijn Leonard Schrijver (*1893), Nan (*1900), Julia Schrijver (*1902) en Johan Schrijver (*1908), waarvan alleen Nan door onderduik de oorlog overleefde. 
- Er was nog een jongere broer, wel ouder dan Marianne, Willem (*1876), die al in 1908 overleed (te Parijs?). 
- De laatste nog ongenoemde broer Isidor Schrijver (*1873) werd koopman, o.m. in diamanten. Hij reisde daarvoor naar Azië, waar hij te Hong Kong trouwde met de Engelse Pauline Schrijver-Goldenbloom (*1892). Zij werden in de zomer van 1942 van hun woonadres Sarphatistraat 18B weggehaald.

Dus van de 9 kinderen uit het gezin, zijn 6 aan een natuurlijke dood gestorven, 2 zijn in de oorlog vermoord en alleen Joachim heeft de oorlog overleefd. Maar behalve hij hebben de oudste en de jongste broers van het gezin wel nageslacht in de wereld ('diaspora' VS en Israel) gezet.