Verhaal

Verhaal van vriendin en klasgenote Mia Ikkersheim

Een oorlogsverslag uit de familie Ikkersheim

Door: aaldrik

Na de oorlog schrijft dochter Mia Ikkersheim: ‘Mijn naam is Mia Ikkersheim, geboren op 3 november 1930 te Den Haag in een vol joods gezin, vader, moeder en 2 broers, waarvan ik de jongste was. Wij met z’n drieen gingen op school in de Bezemstraat, dit complex had 3 scholen A, B en C. De A-school had gegoede joodse leerlingen, de C-school was gemengd in geloof en de B-school waar wij op zaten waren kinderen van hard werkende mensen, althans zo ik me dat herinner. De B-school was een maart-school; d.w.a. het leerjaar begon niet per 1 september, maar per 1 maart. Op de dag dat ik voor het eerst naar school ging, was de dag dat mijn oudste broer van school af was. Dat was 1 maart 1936. Ik ben tot de onderduik begon op deze school gebleven tot 31 juli 1942. Toen begon de vakantiemaand augustus en ben ik op 1 september 1942 ondergedoken en gelukkig is ons hele gezin de oorlog levend uitgekomen, weliswaar met een zieke moeder die in 1948 is gestorven. Dit ziekbed heeft mijn leven sterk beinvloed, aangezien ik haar al die jaren verzorgd heb, plus het huishouden (15, 16, 17 jaar)[1]. Over de school zelf weet ik weinig te vertellen, maar ik zal mijn best doen. Namen van docenten weet ik niet meer zo goed, mede omdat die in de oorlog veranderd werden in andere leerkrachten die niet gewend waren les te geven en vaak in twee klassen tegelijk qua aantal, aangezien joodse leerlingen van andere Haagse scholen bij ons erbij kwamen, dus ik heb avanaf maart tot en met juli 1942 (6-e klas) eigenlijk herhalingen gekregen van de 5-e klas. De joodse leerlingen van de A en B-school hadden voor aanvang van de gewone lessen en na afloop van deze lessen 1 uur joodse les van andere leerkrachten van de joodse gemeente, maar niet meer dan 1 uur per dag. Je werd dan ook geacht het geleerde op sjabbes in sjoel in de praktijk te brengen. De naam van de heer Dwinger komt bij mij boven en de heer Lewijt. Van leerlingen in de klas, weet ik er maar een paar, Sientje Lelijveld. Haar vader heeft in 1941 een hartaanval gekregen en was op slag dood. Zij woonden op de Gedempte Gracht en waren straatstervens arm. Ze kregen dan ook kleding en schoenen van de steun! Ze kon niet meer thuis blijven wonen (geen geld). Is in het weeshuis op de Platterijstraat terecht gekomen en die kinderen van het weeshuis, die gingen naar de A-school en zo raakte ik mijn vriendinnetje kwijt. We zaten samen in een bank. Zij kreeg het toen 'erg goed', maar we zagen elkaar niet meer. De A-school begon een half uur later dan de B-school. Rebecca Honsbeek was een kind van een gemengd gehuwd huwelijk en kon zodoende in de oorlog gewoon thuis blijven. Na de oorlog is ze illegaal naar Palestina gegaan. We hebben nog een poosje schriftelijk kontakt gehad, maar dat verwaterde. Later heb ik haar zuster en broers nog wel eens gesproken en zat ze in een kiboetz. Dat gezin woonde in de Honshollersdijkstraat.

 

[1] Familiestuk in bezit van ilona Ikkersheim, interview Breda 28-1-2020.