Biografie

Het lot van Nico Albert Kan en zijn vrouw Hendrina (Hennie) Vles.

Nico Albert Kan was een zoon van Izak Kan en Rachel Kaufman. Hij was op 16 November 1911 geboren in Goor (Overijssel) en was de oudste van de twee kinderen van Izak en Rachel Kan. Twee jaar later, in 1913, werd Nico’s zuster Johanna Julia geboren.  Nico’s ouders woonden in Goor tot aan hun verhuizing in 1930 naar Rotterdam

Nico’s vader was koopman maar reisde ook voor de fa. Disco import en export naar Duitsland.  Voorafgaand aan de verhuizing vanuit Goor naar Rotterdam, verbleef hij enige tijd in Berlijn; Nico’s vader kwam in Rotterdam  in Mei 1930 en Nico, zijn moeder en zuster volgden in September 1930. Zij woonden daar o.a. in de Adrien Mildersstraat, Beatrijsstraat en op de Kruiskade.

Inmiddels verdiende Nico zijn brood al als koopman en zijn zuster was laborante geworden. Zij verbleef van Maart 1935 tot Januari 1936 in het sanatorium Maria-Oord in Gennep, maar niet bekend is of zij daar als t.b.c-patiënte of als employee verbleef.  Zij ging in Januari 1936 weer terug naar haar ouders, die inmiddels in December 1935 vanuit Rotterdam naar Amsterdam verhuisd waren en in de Scheldestraat 127 I woonden.

Nico Albert daarentegen, was al op 6 Februari 1933 vanuit Rotterdam verhuisd naar het adres Zuiderdiep 112 in Groningen en in Mei 1938 naar de Heerestraat 63. Op 4 Februari 1937 was hij in Amsterdam gehuwd met Hendrina (Hennie) Vles, geboren te Hilversum op 2 April 1912, een dochter van Joseph Vles en Lea Kiek. Na hun huwelijk vertrokken Nico en Hennie weer naar Groningen maar per 5 Maart 1942 werden zij door een gedwongen verhuizing naar Amsterdam, weer ingeschreven op het adres Roompotstraat 9, waar als sinds 1936 Hennie's moeder Lea Kiek met haar 2e echtgenoot Levie Drielsma en haar broer Joseph Vles woonden.  

Nico’s vader was in 1936 eigenaar geworden van een melkzaak in de Kuipersstraat 97 in Amsterdam.  Toen Nico en Hennie in Maart 1942 in Amsterdam arriveerden, werd Nico winkelchef en bedrijfleider levensmiddelen en melkprodukten. Bovendien werd hij toen ook belast met de fabricage van levensmiddelen, want zijn vader had zijn zaak inmiddels uitgebreid met de Jus- en Sausenfabriek van de firma I. Kan, die in Juli 1942 toestemming van het rabbinaat van de N.I.H.S. gekregen had om producten onder strikte voorwaarden onder rabbinaal toezicht te vervaardigen.

Zowel zijn ouders en zuster, als ook hij zelf en zijn vrouw Hennie waren daardoor voorlopig vrijgesteld van deportatie. Bovendien had de voorzitter van de Joodse Raad, de heer Abraham Asscher voor de fa. I. Kan een zogenaamde “onmisbaarheidsverklaring” afgegeven, mede waardoor zijn zaak als een “Joods Lokaal” werd aangemerkt.

Uiteindelijk werden Nico Albert Kan en zijn vrouw Hendrina (Hennie) Vles ten tijde van de grote en in het geheim voorbereidde razzia van 20 Juni 1943 gearresteerd  en afgevoerd naar Westerbork waar zij terecht kwamen in de barakken 65 en 66. Nico’s ouders, Izak Kan en Rachel Kaufmann werden op 6 Juli in Westerbork geregistreerd en moesten in barak 57 verblijven.  Nico’s zus Johanna Julia kwam daar op 10 Juli binnen en werd in barak 97 ondergebracht.

Op 13 Juli 1943 werden zij allen gedeporteerd naar Sobibor en bij aankomst aldaar op 16 Juli 1943 onmiddellijk vermoord.

Bronen o.a. Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Nico Albert Kan en Hendrina Vles, gezinskaart Izak Kan; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Nico Albert Kan, Hendrina Kan-Vles; Izak Kan, Rachel Kan-Kaufman en Johanna Julia Kan en aanvullingen van een bezoeker van de website.

Alle rechten voorbehouden