Verhaal

Door: Jans

Geschiedenis van de familie Marcus-Gwirzmann.

Louis en zijn zus Elfriede Marcus (de vrouw van oorlogsslachtoffer Jakob Schaffit) zijn beiden geboren in Mehr, gemeente Rees, een stadje aan de Rijn dat zo’n 15 km bovenstrooms ligt van Emmerich. Omstreeks 1930 woonden er zo’n 30 joodse burgers in Rees. Hun ouders waren Jacob Levy Marcus (geboren op 13-08-1843 in Rees en overleden op 16-04-1925 in Rees, beroep veehandelaar) en Nanny Cahn (geboren in 1850 in Stommeln en overleden op 26.02.1899 in Rees). Het gezin telde drie zoons en één dochter. Louis zou als enige van het gezin omkomen in de oorlog.  

Esther werd in 1894 in Ruszany (of Roezjany) geboren. In het stadje woonden toen relatief veel joden. Het ligt in het Poolse deel van het toenmalige Rusland en het huidige Wit-Rusland ergens halverwege Minsk en Warschau. De Israëlische premier Yitzhak Shamir is er in 1915 geboren. Het ligt zo’n 80 km ten noordoosten  de stad Kobrin, waar haar zwager Jakob Schaffit vandaan kwam.

Louis en Esther trouwden in Berlijn en dus zal Esther daar toen wel gewoond hebben. Mogelijk was ze een goede kennis van haar latere zwager Jakob Schaffit die uit hetzelfde gebied afkomstig was. De vier kinderen Hanni, Gideon, Boris en Ruth van Louis en Esther zijn allen in Rees geboren.  Louis Marcus was er handelaar in graan en vee. In 1929 werkte hij in de gemeenteraad van Rees voor de "Wirtschaftspartei". Na 1 april 1933 werd hij in preventieve hechtenis genomen en meegenomen naar de stadsgevangenis in Rees.     

De familie vluchtte naar Arnhem, waar ze  van 1933 tot 1942 op Frombergstraat 31, in een zijstraat van de Amsterdamseweg nabij het station, hebben gewoond.  Louis was directeur van EFMA (Feine Marke), een bedrijf voor grondstoffen voor de papier- en glasindustrie.  De kinderen gingen er naar de Joodse School (met godsdienstles op woensdagmiddag en zondagmorgen). Op 24 juni 1942 moesten alle joodse Arnhemmers hun fiets inleveren. Louis heeft de Duitse autoriteiten daarvan indertijd in kennis gesteld maar schreef dat hij hem niet kan inleveren zonder toestemming van de bewindvoerder en die is vaak afwezig. In de kantlijn van de brief aan de Burgermeester staat dat de dochter telefonisch is meegedeeld dat de fiets toch moet worden ingeleverd en dat ze dat moet door moest geven aan haar vader.

Louis bracht zijn drie oudste halfvolwassen kinderen naar Zwitserland om hen te beschermen tegen deportaties.  Op 17 september 1942 verzocht de Hoofdcommissaris van Politie te Arnhem opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Louis Marcus en zijn echtgenote Esther Gwirzmann, beiden wonende te Arnhem. Zij werden ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben verkregen. Want de beide ouders en de twaalfjarige Ruth waren inmiddels gevlogen. Mogelijk waren ze op weg naar Zwitserland, want waarschijnlijk in België werden ze gearresteerd. Vanuit het doorgangskamp Mechelen, het “Westerbork” van België, werden Louis en Esther naar Auschwitz afgevoerd, waar ze aankwamen op 24-10-1942 om drie respectievelijk vijf dagen later te worden vergast. De vier kinderen hebben allen de oorlog overleefd. Hanni verhuisde naar Amsterdam, Gideon en Ruth emigreerden beiden naar Israël  

Voor hun vroegere woonhuis in Rees, Markt 12 zijn Stolpersteine geplaatst:
HIER WOHNTE LOUIS MARCUS, JG.1890, DEPORTIERT 1842, ERMORDET IN AUSCHWITZ”  en “HIER WOHNTE ESTHER MARCUS, GEB. GWIRZMANN, JG. 1890, DEPORTIERT 1842, ERMORDET IN AUSCHWITZ”   Ook voor al lang gevluchte joden werden in Duitsland Stolpersteine gelegd.