Biografie

Het lot van Aaltje Springer en haar drie kinderen Esther, Elias en Bernard Bob Leeger & schoonzoon Mozes Cohen

In Juni 1936 officiëel gescheiden van Joseph Leeger.

Aaltje Springer was een dochter van Barend Springer en Esther Berklou. Zij was geboren op 12 Juni 1899 in Amsterdam. Zij trouwde op 26 Mei 1920 met de Amsterdamse Joseph Leeger, geboren op 31 Januari 1899 als zoon van Elias Leeger en Rebecca Wurms. Aaltje en Joseph kregen samen drie kinderen, t.w. Esther, Elias en Bernard Bob. Alle drie de kinderen zijn tijdens de Sjoa vermoord.

Het huwelijk van Aaltje en Joseph hield geen stand; op 19 Juni 1936 werd in Amsterdam de echtscheiding uitgesproken maar vanaf 1934 woonden Aaltje en Joseph al niet meer samen.  Aaltjes ex-man trok in Juli 1934 in bij zijn vader Elias Leeger op de Zwanenburgwal 6 I, maar op 4 Juli 1940 werd hij als patiënt opgenomen in het Joods Psychiatrische Ziekenhuis “Het Apeldoornsche Bosch”. Alle patiënten en staf, waaronder ook Joseph Leeger, werden op 22 Januari vanuit Apeldoorn op onmenselijk wijze gedeporteerd naar Auschwitz en bij aankomst aldaar op 25 Januari 1943 onmiddellijk vermoord.

Toen Aaltje en Joseph uit elkaar gingen en Joseph Leeger bij zijn vader ging inwonen, was  Aaltje al in Januari 1934 met haar kinderen naar Amstel 129 verhuisd en in 1937 verhuisden zij nogmaals; nu naar de Kerkstraat 384 II. Haar dochter Esther trad op 10 April 1940 in het huwelijk met Mozes Cohen, geboren op 4 Juni 1919 in Amsterdam, zoon van Nathan Cohen en Anna Polak. Esther en Mozes verhuisden toen naar de Weesperstraat 75 hs en op 27 April 1942 naar de Nieuwe Kerkstraat 85 III.  Elias Leeger, zijn broer Bernard Bob en hun moeder Aaltje Springer bleven wonen in de Kerkstraat 384 II.

Uit de registratiekaarten van de Joodse Raad van Aaltje Springer, haar kinderen Esther, Elias en Bernard Bob alsmede die van haar schoonzoon Mozes Cohen blijkt dat zij allen al vanaf hun woonadressen op 14 en 15 Januari 1943 naar het net geopende concentratiekamp Vught werden afgevoerd. Dit kamp moest vanaf half Januari in miserabele omstandighedenn nog verder worden afgebouwd door de gevangenen zelf.

Aaltje Springer en haar zoon Bernard Bob kwamen op 14 Januari 1943 aan in Vught. Op 7 Juni werd Bernard Bob met het z.g. kindertransport van Vught naar Westerbork gebracht, waar hij de nacht doorbracht in barak 58. Zijn moeder heeft hem vergezeld. De volgende dag werden beiden doorgestuurd naar Sobibor waar zij bij aankomst op 11 Juni 1943 onmiddellijk werden vermoord.

Elias Leeger en zijn zus Esther Cohen-Leeger en haar man Mozes Cohen werden diezelfde tijd in Januari 1943 in kamp Vught binnengebracht.  Elias en zijn zwager Mozes Cohen werden echter op 21 Mei overgebracht naar het z.g. Aussenkommando Moerdijk, waar zij verbleven in barak 5. Zij hebben daar zware lichamelijk arbeid moeten verrichten en moesten daar verbleven tot dat zij op 15 November 1943 vanuit Vught naar Auschwitz werden gedeporteerd.

Bij aankomst aldaar op 18 November werden zij opnieuw geselecteerd om dwangarbeid te verrichten maar het is niet bekend of dat in- of buiten het kamp was. Esther Cohen-Leeger is daar op 15 Januari 1944 om het leven gekomen en haar man Mozes Cohen en Esther’s broer Elias verloren daar hun leven op 31 Januari 1944.

Na de oorlog heeft het Ministerie van Justitie opdracht gegeven aan de gemeente Amsterdam, om overlijdensaktes uit te schrijven voor Elias Leeger, waarin is vastgesteld dat hij op 31 Januari 1944 in Auschwitz is overleden; voor Esther Cohen-Leeger, waarin is vastgesteld dat zij op 15 Januari 1944 in Auschwitz is overleden en voor Mozes Cohen, waarin is vastgesteld dat hij op 31 Januari 1944 in Auschwitz om het leven is gekomen. Tevens voor Aaltje Springer, waarin is vastgesteld dat zij op 11 Juni 1943 in Sobibor is vermoord en voor haar zoon Bernard Bob Leeger, eveneens op 11 Juni 1943 in Sobibor vermoord.

Bronnen o.a. stadsarchief Amsteram, archiefkaarten van Aaltje Springer, Esther, Elias en Bernard Bob Leeger, diverse woningkaarten Amsterdam; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Aaltje Springer, Esther Leeger-Cohen, Elias Leeger en Bernard Bob-Leeger en de overlijdensaktes voor Aaltje Springer, A27-fol.72v-akte 426 d.d. 19-4-1950; voor Bernard Bob Leeger, A25-fol.94-akte 552 d.d. 12-4-1950; voor Elias Leeger, A84-fol.68v-akte 400 d.d. 24-8-1951; voor Esther Cohen-Leeger, A94-fol.88- akte 518 d.d. 22-2-1952 en voor Mozes Cohen, A83-fol.91-akte 537 d.d. 17-8-1950, allen opgemaakt in Amsterdam i.o.v. het Ministerie van Justitie.