Verhaal

Op de foto in oorlogstijd. Robert Theeboom

Robert Theeboom, 1943. Foto Annemie Wolff. © Monica Kaltenschnee.

In het boek Op de foto in oorlogstijd. Studio Wolff, 1943 van Tamara Becker en An Huitzing (Lecturis, 2017) zijn foto's en een portret van Robert Theeboom en zijn moeder en broertje opgenomen en wordt het verhaal van hen en de familie verteld.

Op de foto in oorlogstijd gaat over een deel van het oeuvre van Annemie Wolff (1916-1994): de teruggevonden honderd fotorolletjes uit 1943 met portretten van 440 mensen.

Over Robert Theeboom (p. 80):

Annemie noteerde op 24 maart 1943 de naam ‘Teeboom’ in haar kasboek. Ze nam een serie foto’s van een jongetje van bijna zes jaar oud dat Robert Theeboom heette. Vrolijk liet hij zich van alle kanten fotograferen. Op de laatste foto’s had hij zijn muts op en zijn jas aan. Robert was de oudste zoon van Izaäk en Margaretha Theeboom-Neuburger. Ze woonden in de Euterpestraat, nu de Gerrit van der Veenstraat, één kilometer van Annemie vandaan. De eerste zes jaar van hun huwelijk hadden Izaäk en Margaretha aan de Noorder Amstellaan gewoond, vierhonderd meter van Annemie. Was de foto van Robert een verjaardagscadeau voor zijn vader? Een jaar of twee eerder hadden ze in een andere fotostudio foto’s laten maken van Margaretha met haar armen om haar zoons Robert en Donald heengeslagen. Maar waarom ging Donald nu niet op de foto?
Izaäk Theeboom kwam uit een familie van handelaren. Zijn vader stond met ‘ongeregeld’ op de Nieuwmarkt. In de avonduren had Izaäk gestudeerd, zodat hij middelbaar docent boekhouden kon worden, evenals accountant en belastingadviseur. Wekelijks zette hij advertenties in dagbladen, om leerlingen te vinden voor zijn ‘dag-, avond-, groeps- en privélessen’ of voor zijn werk als boekhouder en accountant. Izaäk was opgegroeid in de Jodenbuurt. Inmiddels woonden zijn ouders en jongere zus in de Rivierenbuurt. Zijn broer was naar België verhuisd; hij zou met zijn vrouw en dochter gedeporteerd worden vanuit Mechelen. Ze werden eind 1944 vermoord in Auschwitz.
Margaretha was opgegroeid in een Joods maar niet religieus gezin in Amsterdam-Zuid. Haar vader importeerde en exporteerde fietsonderdelen. Haar oudere broer die ook in die branche werkte, was met vrouw en kind in 1939 naar New York vertrokken. Verder had Margaretha twee halfzussen en een halfbroertje uit het tweede huwelijk van haar vader. Zij waren naar Scheveningen verhuisd. Ze doken onder, maar werden verraden. Izaäk en Margaretha zouden opgepakt worden bij de grote razzia van 20 juni 1943. Vier maanden nadat Annemie foto’s had genomen van Robert, werd het hele gezin in Sobibor vermoord. Margaretha’s oudere broer en zijn gezin overleefden de oorlog in de Verenigde Staten; al hun familie werd vermoord, alleen haar halfzusjes overleefden Auschwitz.

 

Alle rechten voorbehouden