Verhaal

Op de foto in oorlogstijd. Gerrit en Rachel Kleerekoper

Gerrit en Rachel Kleerekoper, 1943. Foto Annemie Wolff. © Monica Kaltenschnee.  

Alle rechten voorbehouden

In het boek Op de foto in oorlogstijd. Studio Wolff, 1943  van Tamara Becker en An Huitzing (Lecturis, 2017) is een portret van Gerrit en Rachel Kleerekoper-Vischjager opgenomen en wordt hun verhaal en dat van familieleden verteld.

Op de foto in oorlogstijd gaat over een deel van het oeuvre van Annemie Wolff (1916-1994): de teruggevonden honderd fotorolletjes uit 1943 met portretten van 440 mensen.

Over Gerrit en Rachel Kleerekoper (p.44-46):

Zaterdag 20 februari 1943 was een koude maar zonnige dag. Gerrit Kleerekoper en zijn vrouw Rachel vertelden Annemie dat Beethovenstraat 49 hun adres was. Daar was de kapsalon gevestigd waar Gerrit bedrijfsleider en Rachel kapster was. Annemies huis lag op de route van hun werk naar hun woning in de Reitdiepstraat. De dames- en herenkapsalon Maison Dresden was een van de 78 kapsalons die door Joodse Raad in juli 1942 was aangewezen als ‘Joods Lokaal’ waar alleen Joodse klanten mochten komen. Kort daarna was Jacob Dresden, die acht jaar eerder de kapsalon had opgericht, met zijn vrouw en zoontje opgepakt. Ze werden in Auschwitz vermoord. Rachel was waarschijnlijk in dienst geweest bij hem en Gerrit zal zich opgeworpen hebben als bedrijfsleider toen Jacob werd opgepakt. Hij had in zijn leven van alles gedaan, van caféhouder tot dansleraar tot diamantsnijder.

Een van de foto’s die Annemie van Gerrit en Rachel nam, gaf Rachel aan haar zus Marianne. Misschien stuurden ze er ook een naar hun zoon Jim. Jim had een jaar eerder nog bij zijn ouders gewoond met zijn vrouw Esther, een nichtje van het echtpaar Dresden. Ze waren in juli 1942 getrouwd; een paar maanden later werden ze opgepakt en naar Sobibor gedeporteerd. Esther werd vermoord. Jim werd doorgestuurd om te werken in het concentratiekamp Lublin. Hij werkte in het Transportkommando dat goederenwagons moest laden en lossen. Vroeger was hij in zijn vrije tijd een bekend zanger geweest. Nu zong hij voor zijn medegevangenen, die hem kenden als ‘Tosca’. Jim schreef in juni aan zijn oom en tante in Amsterdam, ook bedoeld voor zijn ouders: ‘Ik verlang erg naar jullie. In gedachten kus ik jullie elke avond en weet dat ik altijd aan mijn lieve ouders denk. Hiermee besluit ik met veel kussen voor mijn ouders en veel lieve groeten van hun geliefde zoon Jim Kleerekoper.’[i] Kort na het schrijven van deze brief werd Jim opgehangen omdat hij
in slaap gevallen was in een goederenwagon en het appèl miste.[ii] Maar dat hebben Gerrit en Rachel nooit geweten. Zijzelf werden opgepakt en op 25 mei 1943 van Westerbork naar Sobibor gestuurd, waar zij bij aankomst vergast werden. De kussen die Jim per brief zond hadden hen niet meer bereikt.

 

 

 

[i] Vertaling van de brief van Jim Kleerekoper, die hij in het Duits moest schrijven vanwege de censuur. Joods Historisch Museum (JHM), Documenten met betrekking tot de nalatenschap van dr. Willem Been en zijn ouders Willen Been en Marianne Been-Vischjager, 1940-1945, objectnummer D014193.

[ii] Hij werd ervan verdacht te hebben willen vluchten, aldus een bezoeker van de website Joods Monument.

Alle rechten voorbehouden