Sigfried Okker, geboren op 5 April 1894 in Amsterdam, was een zoon van Jonas Okker en Henriëtte Gobes. Zijn vader overleed op 7 September 1926 en werd begraven op de Joodse Begraafplaats in Muiderberg. Zijn moeder verhuisde daarna van de Kazernestraat naar de Plantage Middenlaan waar zij als weduwe inwoonde bij haar broer Lodewijk Gobes.
Voor zover uit de archieven is af te leiden, zou Sigfried Okker op 6 April 1926 in Londen gehuwd zijn met de op 14 Juni 1897 in Londen geboren Harriet Edwards. In die tijd was Sigfried in Amsterdam zonder vast adres; hij was in 1926 ambtshalve uitgeschreven maar vanaf 7 April 1931 bleek hij weer uit Londen in Amsterdam te zijn gekomen en woonde in de Van Woustraat 207 in Amsterdam.
Wat eveneens uit de archieven valt af te leiden is dat Harriet Edwards op 15 September 1932 vanuit Brussel eveneens naar Amsterdam kwam maar zij vertrok enkele jaren later – zoals uit documenten blijkt – op 6 April 1936 weer naar Londen. Of er sprake was van echtscheiding is niet bekend.
Sigfried, woonde ten tijde van de verplichte registratie van de Joden in Nederland bij de Joodse Raad in 1941 in de Vrolikstraat 135 I in Amsterdam. Volgens zijn registratiekaart was hij gehuwd en als beroep werd vermeld “vertegenwoordiger” en “werkverschaffings arbeider”
Sigfried werd eind December 1942 vanuit Kamp Amersfoort in Westerbork binnengebracht en werd ingesloten in de strafbarak 66. Op 14 Januari 1943 belandde hij om nog onbekende redenen in het kampziekenhuis, maar werd desondanks op 18 Januari op transport gesteld naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar werd Sigfried Okker op 21 Januari 1943 onmiddellijk vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Sigfried Okker en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Sigfried Okker.