Verhaal

Selma Koster (gehuwd met Irvin van Gelder)

Door: margo klijn

Selma was ondergedoken bij de overburen aan de Rijnstraat 76, de familie Groos van de tabakswinkel. ‘Kind kom jij maar bij ons’, hadden ze gezegd, ‘want het gaat niet goed.’ Tijdens de Evacuatie in september 1944 komen ondergedoken Joden tevoorschijn en lopen mee in de karavaan. Selma  loopt met de familie Groos mee, twee dagen lang in westelijke richting. Na de oorlog heeft ze niemand meer, geen zusje, geen ouders. Ze ontmoet haar oude schoolliefde Irvin, die met zijn familie Bergen-Belsen heeft overleefd. Zij zullen een van de eersten zijn die na de oorlog in de synagoge aan de Pastoortraat in het huwelijk treden.

Bron: Margo Klijn, De stille slag. Joodse Arnhemmers 1933-1945