Verhaal

Elias Blocq

Door: Wil Legemaat

Elias Blocq

werd geboren op 22 oktober 1908 in Amsterdam.

Op 2 september 1931 trouwde de 22-jarige Elias met de 25-jarige Gretha Stork. Zij kregen twee zoons: Benjamin, geboren op 25 oktober 1932 te Amsterdam en Salomon Fred, geboren op 17 maart 1939. De jongens kregen de roepnamen Benny en Freddy.
In 1936 verhuisde het gezin Blocq naar de Troelstralaan 26 in Groningen. Daar werd Freddy geboren. Op 4 mei 1940 betrok de familie de helft van een dubbel landhuis aan de Wilhelminalaan 9 in Haren.
Benny werd ingeschreven bij de Openbare Lagere School in de Kerkstraat.

Nog geen week na de verhuizing van de familie Blocq brak de Tweede Wereldoorlog uit. In opdracht van de bezetter werd de Wilhelminalaan omgedoopt in Willem de Zwijgerlaan.
In de buurt werd het gezin Blocq al snel opgenomen. Benny speelde veel en graag buiten en vader Elias, die door zijn familie Eddy werd genoemd, was populair onder de buurtkinderen omdat hij meedeed met voetballen, iets wat niet veel vaders deden. Dat voetballen gebeurde op een weilandje achter het huis van de overburen van de familie Blocq, de familie Hart Nibbrig. Op het voetbalveldje van weleer staat thans de St. Nicolaasschool. Op een dag bracht Eddy Blocq zelfs twee echte voetbaldoeltjes mee, compleet met net. Eddy en Benny voetbalden allebei bij de Harense voetbalclub Be Quick. Eddy was er keeper en jeugdtrainer.

Eddy Blocq was handelsreiziger in stoffen en manufacturen. Hij werkte voor de firma Ter Weeme in Neede. Door de Duitse anti-Joodse maatregelen was het al snel moeilijk om de kost te verdienen. Handel drijven met niet-Joden was niet meer mogelijk en de Joden waren zelf verstoken van de aanvoer van producten. Ook het voetballen bij Be Quick moest hij in de zomer van 1941 opgeven.
Toen begin juli 1942 de oproep kwam zich te melden voor een werkkamp heeft Eddy daar, net als veel anderen, gehoor aan gegeven. Op vrijdag 10 juli meldde hij zich bij de bus aan de Emmalaan. De bus bracht hem en negen Joodse dorpsgenoten naar kamp Westerbork.
Eddy is één van de ruim 1100 Joden die ingedeeld werden bij het allereerste transport van Westerbork naar Auschwitz. In de nacht van 14 op 15 juli begon de tocht naar het oosten. Daar eindigde zijn leven op onbekende datum, maar vóór 30 september 1942. Elias Blocq werd 33 jaar.

Eddy heeft zijn familie één brief gestuurd, waarin hij schreef dat het goed met hem ging. Dat werd geloofd, maar thuis in Haren ontstonden onrust en wantrouwen bij Gretha Blocq toen zij daarna geen enkel levensteken meer van haar man vernam.

Uit het gedenkboek 1937-1947 van voetbalvereniging Be Quick: ‘E. Blocq speelde in Be Quick in de lagere elftallen. Hij was de fameuze keeper van het zesde elftal, waarin hij niet alleen Be Quick’s kleuren in het doel verdedigde, doch waar hij bovenal opviel door zijn grote sportiviteit en sprankelende levenslust. Hij was een prachtig mens in de omgang.
Om de Duitsers voor te zijn moest hij, Jood van geboorte, korte tijd na de bezetting van ons land met node afscheid nemen van zijn club, waarin hij een lange gezellige tijd had meegemaakt.
Al spoedig mocht hij tevens zijn beroep van textielagent niet meer uitoefenen.
Evenals Ies Jacobs viel ook hem op ongeveer 30-jarige leeftijd de lange smartelijke lijdensweg via Westerbork naar Polen ten deel. Het werd zijn laatste reis.’

Bron: ‘Van kwaad tot onvoorstelbaar erger’, Wil Legemaat, Haren, 2010


In 2010 zijn voor Elias Blocq, zijn vrouw Gretha Stork en de kinderen Benny en Freddy Stolpersteine geplaatst voor hun huis, Wilhelminalaan 9, Haren