Eliazer 'Eli' Cosman zat met zijn echtgenote Marianne Rosenboom en zijn zussen Flora en Helena ondergedoken in de Wolvenstraat in het centrum van Amsterdam. Eliazer en zijn vrouw werden gechanteerd door Jeanne Valkenburg. Aanvankelijk hadden ze bij haar ondergedoken gezeten. Toen het echtpaar naar een ander adres was vertrokken, zou er een inval door de SD hebben plaatsgevonden in verband met de Cosmans op het adres van Jeanne. Daarbij waren eigendommen van haar in beslag genomen, beweerde ze. Jeanne eiste een 'schadeloosstelling' van het echtpaar Cosman, anders zou hun nieuwe adres niet veilig zijn. Uit angst voor wraak, besloot Eli Cosman uiteindelijk te betalen.
Toen Jeanne later als verraadster voor de SD ging werken, was zij waarschijnlijk op de hoogte van het nieuwe onderduikadres van de Cosmans. Maar of zij ook verantwoordelijk was voor hun verraad, is nooit opgehelderd.
Op 21 juni 1943 vond een inval plaats door de SD op het adres in de Wolvenstraat. Alle onderduikers werden gearresteerd en meegenomen.
Meer informatie is te vinden in het boek van Bart Middelburg: Jeanne de Leugenaarster. Adriana Valkenburg: hoerenmadam, verraadster, femme fatale (Amsterdam 2009).
Verhaal