Biografie

Over Abraham de Metz.

Abraham de Metz, een zoon van Eliazer de Metz en Marianna Cohen, trouwde op 26 October 1909 in Gennep met de in 1901 in Cuyk geboren Bertha van Leeuwen, een dochter van Mozes Levie van Leeuwen en Clasina Manassen. Abraham en Bertha kregen samen drie kinderen, t.w. Marianna Clasina in 1910, Henriette Elise in 1913  en Elie Mozes in 1923.

Na hun huwelijk woonden Abraham en Bertha in de Vrolikstraat 321 maar verhuisden op 10 Juli 1922 naar de Oosterparkstraat 102. Daar overleed op 16 Juli 1938 Abraham’s vrouw Bertha van Leeuwen. Zij werd begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen.

Na het overlijden van zijn vrouw Bertha van Leeuwen verhuisde Abraham op 2 November 1939 met zijn drie volwassen kinderen naar de Kinderdijkstraat 76 III, waar op 11 November van dat jaar óók Antonia Kramer kwam inwonen.

Antonia Kramer, die in 1901 in Hörstgen was geboren, (het westelijke stadsdeel van Kamp Lintfort in Duitsland) was ongehuwd en werkte al eerder als hulp in de huishouding op verschillende adressen in Nederland; in December 1937 arriveerde zijn vanuit Elberfeld in Duitsland in Leeuwarden, woonde in September 1939 in Arnhem en in October 1939 verhuisde zij naar de Plantage Franschelaan 34 bovenhuis in Amsterdam en op 11 November 1939 trok zij in bij het gezin De Metz in de Kinderdijkstraat 76 III. Zij was nog altijd ongehuwd en werkte nog steeds als hulp in de huishouding. Begin 1942 besloten Abraham de Metz en Antonia Kramer om met elkaar een huwelijk aan te gaan, hetwelk gesloten werd in Amsterdam op 4 Februari 1942.

De familie De Metz bleef samen tot de zomer van 1942; toen werd Abraham’s zoon Elie Mozes tewerkgesteld in het Rijkswerkkamp Echten in Drente.  Zijn dochters werkten nog gewoon als naaister en verkoopster in Amsterdam. Maar in 1943 veranderde dat: In de nacht van 6/7 Mei 943 werd Abraham de Metz, samen met zijn dochters Marianne Clasina en Henriette Elise afgevoerd naar het concentratiekamp Vught waardoor zijn echtgenote Antonia de Metz-Kramer alleen achterbleef; onderdruk van de omstandigheden heeft zij op 21 Mei 1943 een einde aan haar leven gemaakt. Zijn beide dochters werden op 15 November 1943 vanuit Vught op transport gesteld, rechtstreeks naar Auschwitz, waar zij uiteindelijk op 31 Januari 1944 om het leven zijn gekomen.

Abraham de Metz werd op 24 Mei 1943 van Vught overgebracht naar Westerbork waar hij de nacht moest doorbrengen in barak 61. De volgende dag, 25 Mei werd hij op transport gesteld naar Sobibor, waar hij bij aankomst op 28 Mei 1943 onmiddellijk werd vermoord.

Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart en archiefkaart van Abraham de Metz, archiefkaarten van Marianne Clasina, Henriette Elise en Elie Mozes de Metz en van Antonia Kramer; het NIOD en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Abraham de Metz en Antonia Kramer en de overlijdensakte 155 van 22 Mei 1943 van Antonia de Metz-Kramer.

Alle rechten voorbehouden