Hermine Noah-Goldschmidt is vanuit Berlijn naar Nederland gekomen net voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Zij heeft een periode bij haar zoon Kurt en schoondochter Herta in Amersfoort onderdak gevonden. Via Amsterdam en Westerbork is zij in 1943 naar Auschwitz getransporteerd.
Haar dochter Charlotte is bijna tegelijkertijd met haar echtgenoot Arthur Krakauer naar het Oostfront getransporteerd (in 1943) vanuit Berlijn, waar ook zij de dood vonden. Zoon Kurt had twee dochters t.w. Irene Anna Lotte (1-9-1944) en Charlotte Hermine Helena (6-5-1946). Op de site van Kamp Westerbork staat een monument voor Kurt Noah als één van de ongeveer 800 overlevenden van Kamp Westerbork, dat in april 1945 door de Canadezen werd bevrijd. Hij overleed in 1994 in Amersfoort op 87-jarige leeftijd.
Verhaal