Verhaal

Hartog Levie kwam in 1881 vanuit Suriname bij zijn oom in Amsterdam wonen om daar de middelbare school te volgen. Na zijn opleiding keerde hij terug naar Paramaribo. Met zijn huwelijk in 1894 begon hij een eigen kledingwinkel aan de Steenbakkersgracht. Voorjaar 1899 vestigde hij zich met gezin definitief in Amsterdam, zonder uitzicht op een baan.

Maar per 9 augustus 1899 trad hij in dienst van de Kwatta Stoom-Chocolade- en Cacaofabriek uit Breda, als vertegenwoordiger. In 1917 had Kwatta 7 hoofd-vertegenwoordigers die ieder een rayon in Nederland bedienden en eigen personeel konden hebben, zoals bij Levie.

Hartog Levie woonde vanaf 1917 in het bovenhuis Oosterpark 76, dat zijn eigendom was, evenals zijn vroegere woonhuis Blasiusstraat 47, dat hij verhuurde. Dat de vertegenwoordiger niet onbemiddeld was, mag ook blijken uit het feit dat hij aandeelhouder werd van zijn werkgever, Kwatta Chocolate and Cocoa Ltd. (1911-1919).

Op zijn zestigste ging Hartog Levie met pensioen in 1929.