Verhaal

Over de Barneveld groep.

Door: John Heymans

Een algemene en persoonlijke getuigenis van een overlevende uit de Barneveldgroep.

Toen 10 Mei 1940 het Duitse leger Nederland binnen viel, vluchtte koningin Wilhelmina en haar kabinet naar Londen, daarna kreeg de opperbevelhebber van het leger, generaal Winkelman de opdracht de Nederlandse regering te vertegenwoordigen bij de bezetters. Seyss-Inquart de door Hitler aangestelde "Reichskommissar", accepteerde deze beslissing niet. Hij besloot na overleg dat de Secretaris Generaal het toenmalige hoofd van het Departement van Binnenlandse zaken, Dr.Mr.Karel Johannes Frederiks, de aangewezen persoon was, om zaken en problemen betrekking hebbende met de bezetting te bespreken en op te lossen.

Achteraf is gebleken dat dit een van de weinige verstandige en goede beslissingen is geweest die Seyss-Inquart, ooit heeft genomen. Frederiks bleek een heel goed functionerende diplomaat te zijn, die het vertrouwen wist te winnen van de bezettende macht, zonder aan hun kant te staan. Bij dergelijke besprekingen liet Frederiks door schemeren dat hij enkele persoonlijke tegemoetkomingen en privileges verwachte van zijn gesprekspartners. Aangezien de Politie en de gemeente besturen van heel Nederland,  onder het departement van Binnenlandse zaken vielen, was Frederiks in de ogen van de bezetters een belangrijke persoon.

Al spoedig kwam Frederiks met een kleine lijst van personen en hun families hoofdzakelijk Joodse landgenoten, met een verzoek om vrijstelling van "Arbeitseinsatz", met andere woorden deportatie. Begin 1943 bestond er reeds en lijst van meer dan 500 Joden die vrijgesteld waren van Arbeitseinsatz, door toedoen van Frederiks. Eerst kreeg men een officiële verklaring en later een stempel in het persoonsbewijs. De betrokkenen op deze lijst waren Joden en hun families die zich in bijzondere mate verdienstelijk hadden gemaakt ten behoeve van de Nederlandse gemeenschap.

Hieronder vielen,kunstenaars, musici, solisten, leden van het concertgebouw-orkest, toneelspelers, rechters, advocaten, professoren, medici, kortom veel academisch geschoolde personen. Niet iedere instantie die betrokken was bij het vervolgen en deporteren van Joden was op de hoogte van het bestaan en de strekking van deze Frederikslijst. Daar de "individuen" die werkzaam waren bij betreffende Nazie instanties zeer gemotiveerd waren en hun werk zo perfect mogelijk wilde uitvoeren,(het deporteren van Joden), kwam het maar al te vaak voor, dat Joden die op de Frederikslijst stonden, toch werden opgepakt en doorgestuurd naar Oost Europa! Daarom besloot men na algemeen overleg deze zgn. Frederiksjoden, te beschermen tegen arrestatie en deportatie, en hun centraal onder te brengen in een groot gebouw in het oosten van het land.

1 December 1942 kreeg de burgemeester van Barneveld, Joachim Westrik, een telegram met de machtiging het aldaar gelegen kasteel "de Schaffelaar" te vorderen voor onbepaalde tijd en ter beschikking te stellen ten behoeve van het Ministerie van Binnenlandse zaken. Het kasteel werd in die periode gebruikt als kinderhuis, en was in 1852 gebouwd in neo-gothische bouwstijl. Eind December 1942 woonden in kasteel "de Schaffelaar" reeds 109 Joden die op de Frederikslijst stonden.

Op 29-9-1943  werden alle inwoners van het kasteel en intussen bijgebouwde barakken, overgebracht naar Westerbork; hun aantal was intussen opgelopen tot een totaal van ongeveer 650 personen. Vanaf die tijd sprak men van Barneveldjoden of van Joden van de Barneveldlijst of van de Barneveldgroep.

Toen mijn ouders, na te zijn verraden op hun onderduikadres in Heemstede, in Westerbork aankwamen, werd mijn vader Dr. David Heymans (huisarts) tewerkgesteld als arts. Hij had weinig tijd nodig om persoonlijk te ervaren, dat van de patiënten die op de Barneveldlijst stonden, hun namen nooit op de wekelijkse transportlijst naar Oost Europa voorkwamen. Ook merkte hij dat kinderen, die op hun onderduikadres waren verraden, bij aankomst in Westerbork zonder ouders, onmiddellijk werden doorgestuurd bij het eerstvolgende transport.

Mijn Vader besloot daarom intensieve pogingen te ondernemen om op de Barneveldlijst te komen en schreef vele brieven aan vrienden, relaties en invloedrijke personen. De betreffende brieven kwamen na de oorlog weer in zijn bezit en zijn door ons, zijn kinderen, na zijn overlijden, geschonken aan Yad Vashem. Als een van de weinigen, slaagde mijn vader er in van uit Westerbork met hulp van zijn goede relaties zijn gezin op de Barneveldlijst te krijgen. Daarna liet mijn vader ons "opduiken": mijn tweelingzus en ik (ondergetekende). We waren toen 6 jaar oud. 

Via kasteel "de Schaffelaar" werden we naar Westerbork gestuurd, waar we weer onder de veilige en beschermende zorg en hoede van onze ouders kwamen. Ik kan me tot op heden nog de eerste grondige wasbeurt herinneren, want ons contact met water en zeep was tijdens onze onderduikperiode, zeer sporadisch geweest, om van tandenpoetsen maar niet te spreken.

4 September 1944 werden wij van uit Westerbork, met een van de laatste transporten naar Oost Europa gestuurd, samen met de volledige Barneveldlijst, die toen al ongeveer 700 mensen telde. Wij  arriveerden na een 3-daagse zeer oncomfortabele treinreis in veewagens uiteindelijk in Theresienstadt. Ook daar verschenen de Barnevelders niet op de transportlijsten.

Toen tussen Maart en April 1945 de eerste overlevenden van de zgn. dodenmarsen in Theresienstadt aankwamen in de slechst lichamelijke toestand die mogelijk is, werd mijn vader met andere medici ingeschakeld deze ernstige meer dood dan levende patiënten op te vangen. Medicamenten of andere hulpmiddelen waren er niet, dus kon mijn vader, slechts aandacht geven en naar hun verhalen luisteren. Zo vernam hij van een Hollandse overlevende, die niet lang na het gesprek met mijn vader overleed, dat mijn vaders oudste broer Hugo Heymans, met deze Hollandse groep had mee gelopen, maar op een zeker punt niet meer verder kon, zelfs niet met ondersteuning en hulp. De Duitse bewakers hadden strikte orders een ieder die niet verder kon lopen "uit zijn lijden te verlossen". De betrokken patiënt was ooggetuige. Ook kwam ons ter oore wat er allemaal had plaats gevonden in de betrokken vernietigingskampen. Vooral het verhaal van mijn vaders oudste broer Hugo wierp voor vele jaren  een grote donkere schaduw over ons familie leven.

De laatste oorlogsmaanden hadden de Duitsers groot gebrek aan vrachtwagens en

medicijnen die zich in Zwiterland bevonden, de zwiterse regering was bereid deze

zaken uittewisselen tegen Joodse concentratie kamp gevangennen,

de Duitsers besloten hievoor enkele honderden leden van de Barneveldgroep,

beschikbaar te stelen. De betreffende groep werd per trein over de Zwiterse grens

gezet en zijn dus enkele maanden eerder bevrijd , dan de rest van 17.000 

overlevenden in Therezienstadt.

 

 

8 Mei 1945 werden wij bevrijd door het Russische leger waarna de Nederlandse overlevenden van Theresienstadt in drie groepen werden verdeeld: Groep 1: zij die via allerlei omzwervingen het toenmalige Palestina bereikten. Groep 2: zij die per trein naar Holland terugkeerden. Groep 3:  zij, inclusief onze familie, die met Dakota parachutisten vliegtuigen van de Amerikaanse luchtmacht, die korte tijd daarvoor aan de invasie van Normandië hadden deelgenomen, teruggevlogen naar Eindhoven (Holland). Op 25 Juni 1945 kwamen we met velen van de Barneveldgroep in Nederland terug. De ongeveer 700 mensen van de Barneveldgroep die de Sjoa overleefden maken plus-minus 4% uit van het totaal aantal van Nederlandse Joden van ongeveer 38.000, die de Sjoa overleefden. In Beth Juliana waar ik momenteel woonachtig ben, kom ik dagelijks oud-Barnevelders tegen.

John Heymans, Beth Juliana, Herzlia  Israel

1 Mei 2018

 

P.s. Mijn persoonlijke mening is dat Dr. Mr. Frederiks, als een van de weinige niet

Joodse regerings vertegenwoordigers, zonder hiervoor een opdracht tehebben gekregen

van het kabinet in Londen, er voor gezorgd heeft, samen met zijn medewerkers,

dat 700 joodse landgenoten de tweede wereldoorlog hebben kunnen overleven.

Dr.Mr. Frederiks en zijn naaste medewerkers zijn volgens mijn bescheiden mening,

niet genoeg in een positief licht gesteld, niet in Nederland en niet in Isreal,

en zelfs niet door Yad Vasheem erkend.

Uiteindelijk is gebleken dat Dr.Mr. Frederiks tijdens zijn studie periode, veel Joodse

studie vrienden en relaties te hebben gehad,(Prof.dr.E.M.Meijers was zelfs zijn

docent en later leider van de Barneveldgroep in Therezienstadt), die hem na zijn

benoeming tot staatssecretaris van het Ministerie van Binnenlandsezaken,

om hulp hebben gevraagd, nadat Nederland onder Duitse bezetting kwam,

en de Joden vervolgen begon.

 

De reden van het schrijven van dit artikel is het volgende:

Er gingen en gaan geruchten de ronde, zelfs in mijn woonplaats Beth Juliana

tot mijn verwondering en ongenoegen.

Dat de "Barnevelders" zich op de betreffende lijst hebben kunnen plaatsen met 

behulp van geld, teneinde hun eventuele deportatie te voorkomen.

Nadat ik in Beth Juliana ben komen wonenen, en de tijd en de rust vond,

heb ik een en ander zeer concencieus uitgezocht, bijna alles gelezen wat er

over de Barneveldgroep geachreven is.

Er is zelfs een Vidio band verschenen van 90 min. een productie van Odusseia

Documentatie, waarin oud Barnevelders, vertellen over de betreffende periode.

Ik schreef daarna het artikel , om de nagedachtenis te eeren van een groot deel

van de intussen overleden 700 Barnevelders, waar toe tevens mijn ouders en

tweeling zuster behoren. Ik vind dat deze Barnevelders door de rondgaande 

geruchten in dicrediet zijn gebracht.

Want nergens en nooit is,  er sprake geweest van geld om op de 

Barneveld lijst te komen.

John Heymans  Beth Juliana , Herzlia  Israel.