Biografie

Over Philip Nathan Norden

Tekst van Eddy-Lex Israël, de zoon van Alexander Israël en Alida Israël-Norden, kleinzoon van Philip Nathan Norden en Rozette Norden-Hart.

Mijn grootvader (van moeders kant), Philip Norden, werd geboren in Groningen op 6 juli 1873 als zoon van Nathan Norden en Clothilde Jacobs, als oudste van zes kinderen.

De naam Norden was ontleend aan de Oostfriese, Duitse stad Norden.

Van de ongeveer 1000 joden in Oost-Friesland woonden er rond 1700 tweehonderd in Norden. Vanaf het begin van de 18de eeuw vestigden zich Oostfriese joden in de stad Groningen.

Philips vader werd 22 oktober 1836 geboren in Groningen en trouwde daar 8 mei 1872 met Clothilde Esparance Josephine Veronica Jacobs, geboren 31 juli 1846 in Zwolle.

Clothilde sprak vlot de vreemde talen. Nathan runde vanaf 1880 de winkel “De gebroeders Norden” in de Oude Ebbingestraat 146 A, een belangrijke winkelstraat vlak bij de Grote Markt. Nathan werkte daar samen met een of twee van zijn broers. De Nordens waren in goeden doen. Uit eigen kracht, maar ook geholpen door de nauwe familiebanden met de zeer vermogende Polakken uit Wildervank. Het meest bekend was de familie Polak door de stichting van de puddingpoederfabriek AJP in Groningen en een limonade- en likeurenfabriek. Deze firma’s werden aangeduid als resp. de “droge Polak” en de “natte Polak.” (Deze laatste verrijkte de Nederlandse taal met het woord “ranja”.)

Philips ouders stuurden hun zoon na de lagere school naar de H.B.S., het toen pas opgerichte en zeer succesvolle schooltype. Ondanks zijn goede opleiding zag Philip in Groningen te weinig kansen en als 23-jarige vertrok hij, naar verluidt te voet, naar Amsterdam, zo’n 200 km. Hij vond als zeer tijdelijk adres in 1896 Nieuwe Keizersgracht 70, dicht bij het Waterlooplein. Binnen twee maanden verhuisde hij naar Damstraat 28. Daar hield hij het twee jaar vol. Dan woont hij een jaar Lange Niezel 10, het jaar daarop in Spuistraat 41. Daar blijft hij drie jaar lang, tot hij gaat trouwen.

18 Maart 1902 trouwde mijn grootvader met Rozette Hart, in Appingedam waar de bruid, 5 jaar jonger dan Philip, vandaan kwam. Zij was er geboren op 29 mei 1878 als dochter van Izaak Meijer Hart en Hendeline Norden. Philip en Rozette waren neef en nicht, want Philips vader Nathan en Hendeline’s moeder waren broer en zus. Dan vestigt hij zich in de Lepelstraat 68. Binnen het jaar werd Veronica geboren, 23 januari 1903, drie jaar later volgde Lina, 27 oktober 1906. In 1908 gaat het jonge gezin in de Roetersstraat 10 wonen waar Philip tot 1931 zal blijven. Op 25 februari 1910 werd Alida geboren, mijn moeder.

Hard werkend zette Philip een groothandel in leder en schoenmakersfournituren op in de Roetersstraat. Het gezin woonde daar achter de zaak. Het woonhuis was voor de helft een souterrain waar je via een trapje kon komen. Het was er altijd donker en somber. Philip werkte van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, vaak op bezoek bij zijn klanten, verspreid door de stad. Om zijn werklust en eerlijkheid was hij een gerespecteerd zakenman.

De opvoeding van zijn drie dochters liet hij geheel aan zijn vrouw over. Moeder Rozette was een hartelijke vrouw en lief en heel zorgzaam voor de kinderen. Zij was ook iemand bij wie anderen graag hun hart uitstortten. Ook was zij een statige vrouw om te zien. Op een keer zou koningin Wilhelmina Groningen bezoeken. Zij kwam echter een uur later dan gepland, maar dat wist de menigte niet die op het perron op haar stond te wachten. En ja hoor, uit de oorspronkelijke trein stapte Rozette, met haar koninklijke tred en voorname voorkomen. Met gejuich en applaus werd zij begroet. Er is geen foto van haar maar wel dit overgeleverde familieverhaal.

In 1923 overleed moeder Rozette, mijn oma, na een verblijf van een jaar in het joodse psychiatrische ziekenhuis “Het Apeldoornsche Bosch”, op 16 september 1923. Veronica was toen al 19 jaar oud. Zij had de Handelsschool gevolgd, maar tijdens de ziekte van haar moeder en na haar overlijden voor de huishouding gezorgd. Lina, 16 jaar oud, kon het, zonder moeder, niet redden, zij kwam terecht in de strijkkamer van “Het Apeldoornsche Bosch.” Alida, 12 jaar oud, was vooral verdrietig om haar moeders dood en vond het heel erg dat zij na de lagere school nu meteen moest gaan werken. Zij werd modiste, in betrekking als hoedenmaakster.

Philip was een jaar weduwnaar toen hij hertrouwde, 12 november 1924, met Julchen Kulp, in Berlijn. Zij stierf in het kraambed van hun zoon Nico,30 augustus 1926.

Toen grootvader Philip 56 jaar oud was, in 1931, verkocht hij de zaak met woning en al. Hij verhuisde naar de Van Boetzelaarstraat 27. Daar bleef hij acht jaar wonen tot hij in 1939 naar de Niersstraat 40 ging.

Bevrijd van zijn werk ging grootvader reizen maken, blij dat hij nu eindelijk de wijde wereld in kon trekken. Hij werd ook milder en aardiger, met meer tijd en aandacht voor de kinderen. Zo maakte hij een groepsreis naar Noorwegen in 1932 en nam op die reis ook zijn jongste dochter, Alida, (roepnaam Alie) mee. 

Voor mij als peuter en kleuter was hij gewoon een aardige opa. Ik vloog altijd onmiddellijk op hem af als hij bij ons in Breda op bezoek kwam en dan inspecteerde ik zijn tas, waaruit elke keer een kadootje tevoorschijn kwam. Toen opa op de dag voor de invoering van de Jodenster, 2 mei 1942, bij ons op bezoek kwam, wist iedereen dat het de laatste keer was dat we hem zagen. Zelf was ik toen bijna 4 jaar oud.

Het laatste levensteken van hem was een briefje, paar weken later. Daarin stond dat alle bewoners van het pension in Amsterdam, waarin ook hij verbleef, binnenkort opgehaald zouden worden. Philip Norden werd vermoord in Auschwitz, 17 september 1942.

Moge zijn ziel gebundeld zijn in de bundel van de levenden.

Geplaatst op 30 April 2018 door de redactie van Joods Monument, namens Eddy-Lex Israël, zoon van Alexander Israël en Alida Israël-Norden, kleinzoon van Philip Nathan Norden.

Alle rechten voorbehouden