Verhaal

Fokje Nijstad-Hart

Door: Robby

Fokje Nijstad-Hart werd geboren op 22 februari 1882 in Scheemda. Haar ouders waren Jacob Hart (1851-1908) en Marieke Bamberg (1855-1926). Verder had zij nog 5 broers en zussen. Fokje was getrouwd met Meijer Joël Nijstad op 30 oktober 1913 in Scheemda en na de geboorte van een doodgeboren kind in 1917 kregen ze twee gezonde kinderen: Marieke Flora geboren op 10 september 1922 in Groningen en Herman Jacob geboren op 23 oktober 1919. De meeste Joodse inwoners van Assen, waaronder Fokje, haar man en dochter werden opgepakt op 2 oktober 1942. ’s Avonds rond acht uur verscheen de Nederlandse politie met Duitse vrachtwagens. Fokje is die avond uit huis gehaald en waarschijnlijk naar het plein van de Noordersingelschool gebracht. Daar zijn ze opgehaald en naar Kamp Westerbork gebracht. Misschien had Fokje gehoopt haar zoon hier nog te zien, die was al eerder vertrokken naar aanleiding van de oproep om te gaan werken.

Toen Fokje Nijstad op 3 oktober 1942 werd ingeschreven in kamp Westerbork, waren er 17.000 mensen in het kamp en zat het overvol. Er was niet genoeg eten en te weinig slaapplaatsen voor al deze mensen. Ook moesten mensen letterlijk zoeken waar hun bagage gebleven was en was er hele slechte zorg voor de mensen. Haar zoon was al niet meer in het kamp. Hij was ondertussen al gedeporteerd en omgebracht in Auschwitz, wat niemand toentertijd natuurlijk wist. Fokje werd op 30 oktober 1942 gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij op 2 november 1942 werd vermoord.

Bron: WesterborkPortretten

Alle rechten voorbehouden