Biografie

Over Jacob de Lange en zijn familie.

Jacob de Lange, geboren te Elburg in 1901, was één van de negen kinderen  van Joseph de Lange en Matje Hamberg. Op 9 Februari 1927 huwde hij in Beverwijk Anna Elizabeth Mello, een dochter van David Mello en Roosje Cohen. Uit dit huwelijk werd op 6 Maart 1928 hun zoon Jozeph geboren. Het huwelijk eindigde echter door echtscheiding op 4 November 1930 in Beverwijk. Na de scheiding bleef Jozeph bij zijn moeder en heeft de oorlog overleefd.

Jacob de Lange trouwde opnieuw op 26 April 1933 in Amsterdam met de Franse Marguerite Hoeschheimer uit Colombes (F). een dochter van Jules Hoeschheimer en Lydia Adler. Jacob kreeg met Marguerite nog twee kinderen, t.w. Henri Jules op 20 Februari 1934 en Francis Lydia op 26 Augustus 1936.

Anna Elizabeth Mello vertrok op 10 Juli 1943 naar Rome met haar man Felice Bolognese met wie zij drie jaar na haar scheiding van Jacob de Lange, in 1936 in Amsterdam was gehuwd. Zij overleefden de oorlog en in 1945 keerden zij terug naar Nederland maar het huwelijk eindigde in Den Haag op 18 Mei 1946 door echtscheiding. Ook haar zoon Jozeph de Lange overleefde de Sjoa.

Jacob de Lange woonde vanaf November 1935 in de Sarphatistraat 82 hs, verhuisde in Mei 1936 naar huisnummer 84 en op 15 April 1940 naar huisnummer 100. Daar was ook Rusthuis De Lange gevestigd onder leiding van Jacob’s zus Betje de Lange, die later nog werd bijgestaan door Jacob’s broer Machiel Aaron de Lange. Op last van de Duitsers werd de Sarphatistraat vanaf Augustus 1942 tot Mei 1945 hernoemd in Muiderschans.

Marguerite de Lange-Hoeschheimer en haar kinderen Henri Jules en Francis Lydia overleefden de Holocaust. Volgens notities op hun registratiekaarten van de Joodse Raad zijn zij na de oorlog “opgedoken” op hun oude adres Sarphatistraat 100 in Amsterdam. Marguerite hertrouwde in Juni 1949 met de enige overlevende uit het gezin van Meijer Leidensdorff, Hessel Leidensdorff; hij was een broer van onder andere Abraham Leidensdorff die met Jacob’s zuster Dina de Lange was gehuwd.

Uit de aantekeningen op Jacob’s registratiekaart van de Joodse Raad , werd Jacob de Lange op 29 September 1943 afgevoerd naar Westerbork ingesloten in barak 61. Na bijna één jaar daar te hebben verbleven, werd hij op 13 September 1944 met het laatste transport vanuit Westerbork naar Bergen Belsen gedeporteerd. Dit transport omvatte “slechts” 279 personen, waaronder een groep van 54 jonge onbekende Joodse kinderen, die op één na de kampen hebben overleefd. Jacob de Lange is echter op 3 Februari 1945 in Bergen Belsen om het leven gekomen.

Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Jacob de Lange, Anna Elizabeth Mello en Marguerite Hoeschheimer; woningkaart Sarphatistraat 100/Muiderschans; Lijst van Jodentransporten vanuit Nederland; website Sjoel Elburg, joden-in-elburg/Jacob de Lange en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jacob de Lange, Anna Elizabeth Mello, Marguerite Hoeschheimer, Jozeph de Lange, Henri J. de Lange en Francis L. de Lange.

Alle rechten voorbehouden