Biografie

Over Samson Schellevis, zijn vrouw Sophia Dikker en kinderen.

Samson Schellevis, broodbakker van beroep, was een zoon van Gompel Schellevis en Elisabeth (Betje) Salomon van Bever. Hij trouwde in Amsterdam op 25 Juni 1913 met Sophia Dikker, een dochter van Jacob Dikker en Dina Lievendag. Sophia heeft nog een broertje en zusje gehad maar die zijn al als baby overleden en Sophia’s moeder Dina Lievendag overleed in Februari 1931. Haar vader is in de Sjoa vermoord, evenals zijzelf, haar man en kinderen. Samson’s ouders zijn al vóór 1930 overleden en zijn begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen.

Na het huwelijk woonden Samson Schellevis en Sophia Dikker op de Grote Kattenburgergracht 27 II, verhuisde vervolgens naar de Lepelstraat 74 III, waar zij tot 31 Januari 1928 hebben gewoond. Toen verhuisden zij naar de Vrolikstraat 54 III, waarna nog 7 verhuizingen volgden totdat zij terecht kwamen in de Ruyschstraat in Amsterdam. Hun laatst bekende adres in Amsterdam was in de Ruyschstraat 92 III.

Samen met Samson Schellevis kreeg Sophia twee kinderen, t.w. Gerrit in 1914 en 20 jaar later, in 1934  kwam nog Dina Elisabeth. Gerrit werd huisschilder, trouwde in 1937 met Clara Hamme en kreeg twee kinderen, Jack en Wilhelmina. Ook het gezin van Gerrit is in de Sjoa vermoord.

Samson Schellevis werd in 1942 overgebracht naar één van de circa 40 werkkampen in het Noorden en Oosten van het land. De Joodse Raad was ermee akkoord gegaan dat werkloze Joden vanaf 10 Januari 1942 naar werkkampen gestuurd zouden worden. Door de maatregelen van de Duitse bezetter, die alle Joodse mensen hun baan ontnam, waren er in Nederland al in het begin van de oorlog veel Joodse werklozen. In totaal zijn er ruim 5.200 zo werkloos gemaakte Joden overgebracht naar de werkkampen. Het doel was het isoleren van de joodse mannen van hun gezinnen, om zodoende deze groep gemakkelijker in de greep te houden. Feitelijk waren de Joodse werkkampen wachtkamers voor kamp Westerbork. Uit een aantekening op de registratiekaart van Samson Schellevis blijkt, dat Samson op 31 Augustus 1942 vanuit een werkkamp via Westerbork op transport gegaan is naar “Het Oosten”. Het is niet bekend in welk Joods werkkamp Samson dwangarbeid heeft moeten verrichten.

Het transport van 31 Augustus 1942 vertrok van Westerbork naar Auschwitz met 560 gedeporteerden. In Kozel, ongeveer 80 km. ten westen van Auschwitz, stopte de trein, waar 200 mannen tussen 15 en 50 jaar gedwongen werden uit te stappen, om vervolgens in één van de omliggende werkkampen van Auschwitz als dwangarbeider tewerk gesteld te worden. Het is denkbaar dat Samson Schellevis bij die groep van 200 mannen heeft behoord. Onbekend is waar hij tewerkgesteld is en waar hij na ruim 1 ½ jaar dwangarbeid door ontberingen of ziekte zijn leven heeft verloren. Zijn officiële overlijdensdatum is vastgesteld als 31 Maart 1944, ergens in Midden Europa.

Sophia Dikker woonde thuis in de Ruyschstraat 92, totdat zij op 23 Maart 1943 met haar dochtertje Dina Elisabeth afgevoerd werd naar Westerbork. Zij verbleven in barak 60, totdat zij beiden op 30 Maart 1943 gedeporteerd werden naar Sobibor en bij aankomst aldaar op 2 April 1943 onmiddellijk werden vermoord.

Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Samson Schellevis, website Joodse Werkkampen; Lijst Jodentransporten vanuit Nederland en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Samson Schellevis, Sophia Schellevis-Dikker en Dina Schellevis.

Alle rechten voorbehouden