Verhaal

Fany Prager-Feingersch

Fany ’s ouders, Isaak (Yitzkhak) en Rebekka (Rivka)Feingersch-Aswolinskaya, vertrekken in 1912 uit Odessa naar Duitsland. Omdat ze de Russische nationaliteit hebben worden ze tijdens de Eerste Wereldoorlog (gescheiden) geïnterneerd in Holzminden. Eenmaal uit het kamp wonen ze in Ovelgönne bij Celle. Daar wordt Fany in 1918 geboren. Ze is het vierde kind; na haar worden er nog een zusje en vijf broers geboren.

Het lukt haar om samen met haar zusjes Marie en Rosa Nederland te bereiken. Als Palestina-Pionier volgt ze een agrarische opleiding en woont ze in verschillende plaatsen. Vier van haar broers gaan rechtstreeks naar Palestina. Haar ouders en twee jongste broers blijven achter in Celle.

Op 30 augustus 1939 richt Fany zich met een persoonlijke, handgeschreven brief tot prinses Juliana met de smeekbede om haar ouders en jongste broers, tijdelijk in een vluchtelingenkamp in Nederland te laten verblijven, in afwachting van toestemming om naar Palestina te reizen. Het verzoek wordt afgewezen.

Fany trouwt met Wilhelm (Willy) Prager op 3 december 1941. Ze wonen boven de banketbakkerswinkel aan de Korte Poten in Den Haag. Op 3 juni 1942 wordt hun zoon Gideon geboren. Als de bakkerij aan een ‘zaakwaarnemer’ moet worden overgedragen, verhuizen Wilhelm en Fany naar de Riemerstraat 95 in Den Haag.

Fany is zwanger van hun tweede kind, als ze op 28 februari 1944, samen met haar man, hun zoontje Gideon en Gerda Klein, het nichtje van haar man dat dan bij hen woont, in Westerbork aankomt. Op 3 maart 1944 worden ze van Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd (transport nr. 89). Fany wordt er gelijktijdig met Gideon en Gerda op 6 maart 1944 vermoord.

Fany is 25 jaar, Gideon is 1 jaar en 2 maanden en Gerda is 9 jaar. Willy Prager overleeft de oorlog. Hij wordt op 29 april 1945 in Dachau bevrijd. 

Bron: Privé-collectie