Jacob Con was een zoon van Hijman Jacob Con en Heintje van Moppes. Op 20 Decenber 1906 trouwde hij in Borgerhout (Antwerpen) met de Amsterdamse Esther van Gelder, een dochter van Mozes van Moppes en Eva Neeter. Uit het Amsterdamse Bevolkingsregister blijkt, dat Jacob en Esther vier kinderen hebben gekregen, t.w. Henriette op 28 April 1908 in Antwerpen, Eva op 6 April 1910 in Borgerhout, Flora op 16 April 1913 ook in Borgerhout en Frederika op 4 April 1916 in Amsterdam. Alleen Henriette heeft de Sjoa overleefd. De andere drie kinderen zijn vanuit Mechelen, samen met hun moeder op 27 Augustus 1942 met Konvooi 6 naar Auschwitz gedeporteerd en worden daar na aankomst vermoord.
Jacob Con is geboren in een gezin met acht kinderen, waarvan één kind, vermoedelijk na de geboorte, is overleden. Verder is bekend dat zijn broer Levie in 1926 is geëmigreerd naar Tel Aviv en zijn broer Joseph sinds April 1938 verblijft in een Krankzinnigen Gesticht (Zinnelooze Gesticht) te Geel. Van de andere kinderen, t.w. Bloeme, Margaretha, Samuel, en Willem zijn alleen Jacob zelf en zijn zuster Bloeme in de Sjoa vermoord. De anderen hebben waarschijnlijk de oorlog overleefd.
Jacob en zijn broers en zusters zijn allen in Amsterdam geboren. Zijn ouders Hijman Con en Heintje van Moppes vertrokken uit Amsterdam naar Antwerpen, waar zij op 22 November 1897 werden ingeschreven en tot 1914 daar hebben gewoond, met als laatst bekende adres Duifstraat 26 aldaar.
Jacob Con en zijn vrouw Esther van Gelder woonden in de Lange Nieuwstraat 16/18 in Antwerpen. Dit was hun laatst bekende adres, zoals ook vermeld in de Antwerpse overlijdensaktes uit 1950 voor Jacob Con en zijn vrouw. Zij zijn vermoedelijk in de nacht van 16 Augustus 1942 in Antwerpen aangehouden en overgebracht naar het verzamelkamp in Mechelen. Jacob wordt met Konvooi 5 op 25 Augustus 1942 naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij op 27 Augustus aankomt en wordt vermoord. Zijn dood wordt geregistreerd op 31 Augustus 1942.
Zijn vrouw Ester van Gelder wordt samen met hun kinderen Eva, Flora en Frederika met Konvooi 6 naar Auschwitz gedeporteerd. Dit konvooi bestond voornamelijk uit opgeroepen die al in het verzamelkamp aanwezig waren en vertrok 27 Augustus 1942 en arriveerde in Auschwitz op 30 Augustus. In Kozel werd gestopt; daar moesten 280 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar uitstappen, welke door de Duitsers geschikt geacht worden om dwangarbeid te verrichten in de omliggende buitenkampen. Alle andere gedeporteerden, uitsluitend nog vrouwen, waaronder Esther Con-van Gelder en haar kinderen Eva, Flora en Frederika, werden bij aankomst onmiddellijk vermoord. Haar dood is ook op 31 Augustus 1942 geregistreerd.
Bronnen: Het Antwerps Vreemdelingen Dossier, nr. 90801 images 568-611; overlijdensakte Jacob Con 1950-B275 en voor Esther van Gelder 1905 B72; Stadsarchief Amsterdam, overgenomen delen 1892-1920/Jacob Con en het Memoriaal van de deportatie der Joden uit Belgie, blz. 22-23 -143 en 543.