Verhaal

Door: Corrie

Portret Mimi Reens, 1943

Mimi ging van 11 januari 1937 tot 18 mei 1943 naar de Amsterdamse dovenschool.

Volgens de gegevens van de school was haar vader kleermaker van beroep. 

Mimi had dove ouders: Louis Reens en Henriëtte Barnstein.

De school noteerde dat Mimi op 18 mei 1943 “als Jodin naar Duitschland” was vertrokken.

Ooggetuigen vertellen dat Mimi’s moeder in de oorlog contact opnam met de school om te vragen of haar klasgenootjes eens langs wilden komen. Zij gaf vervolgens dierbare spullen van Mimi mee, om op school te bewaren.

Mimi had eerder in de klas op school al verteld wat er ging gebeuren, ook aan andere Joodse leerlingen. Namelijk: “dan gaan we naar Duitsland en dan moeten we daar werken, kleding maken en zo. En kinderen gaan spelen”.

Mimi had een goede stem en moest in toneelstukken altijd bepaalde rollen spelen omdat zij goed sprak. Mimi was heel precies en heel netjes. De familie Reens was een heel beschaafde familie.

Mimi kwam op 12 november 1938 op de radio, waar zij het verhaaltje van Roodkapje en de Wolf vertelde. Zij had een prima microfoonstem, volgens een artikel over deze radio-uitzending in het novembernummer van 1938 van het tijdschrift ANDOR.

In het augustus/septembernummer van 1939 valt te lezen dat Mimi in het Sportfondsenbad haar zwemdiploma haalde.

Tenslotte staat in het december/januarinummer van 1940/1941 een advertentie van Mimi en haar broertje Harry, waarin zij hun ouders feliciteren met hun 12½ jarig huwelijk.

Mimi staat op de lijst van transportnummer 64. Dit transport vertrok op 18 mei 1943 uit Westerbork en kwam op 21 mei 1943 in Sobibor aan. Het transport bevatte 2511 gedeporteerden, waaronder 620 kinderen.

Mimi staat in het boek In Memoriam vermeld op pagina 477, zonder foto.

Media bestand