Biografie

Over Abraham Ehrenreich en zijn familie

Abraham Ehrenreich was een zoon van Ruben Ehrenreich en Mietje David Jacobs. Zijn vader, Ruben Ehrenreich, afkomstig uit Langenschwarz in Hessen (D) huwde op 30 April 1863 in Wierden (Overijssel) de Groningse Mietje David Jacobs. Daar werd in 1869 ook Abraham geboren.

Abraham trouwde in Doesburg op 22 November 1894 met Sophia Katz, een dochter van Benjamin Katz en Sijbilla Philipson. Het echtpaar kreeg vijf kinderen, t.w.  Jacob, Benjamin, Sijbilla, Lena en David. Hun jongste zoon David overleed als kind van 4 jaar in 1909. De andere kinderen zijn in de Sjoa vermoord.

Abraham Ehrenreich woonde na zijn huwelijk met Sophia Katz nog enkele jaren in Wierden, waar zijn kinderen Jacob in 1896 en Benjamin in 1897 zijn geboren. Na de geboorte van Benjamin verhuisde Abraham met zijn gezin in 1897 naar Deventer en woonde op  de Beestenmarkt 41, waar ook zijn andere drie kinderen zijn geboren. Hij was toen slager van beroep maar begon in later een handel in lompen en botten en was de oprichter van de Handel in Overijsselse Zakken en Metaalwaren. Abraham verhuisde nog enkele keren met zijn gezin, o.a. naar het Bergkerkplein 3 en zijn laatst bekende adres was Smedenstraat 203 in Deventer, waar hij na de dood van zijn echtgenote met zijn ongehuwde dochter Lena woonde. Zijn vrouw Sophia Katz was al op 28 Maart 1932 overleden.

Zijn zoon Jacob trouwde in 1924 met de niet-Joodse Dina Roelofs.  Hij werd op 6 April 1945 door de Duitsers doodgeschoten op het landgoed Oxerhof in Diepenveen. Zijn vrouw en kind hebben de oorlog overleefd.

Zijn zoon Benjamin was op 20 September 1922 in Rotterdam getrouwd met Rozetta Emalia van Dijk, een dochter van Manus van Dijk en Mientjen Kats. Zij hadden twee kinderen, woonden in Nijmegen en sinds April 1931 op de Boezemlaan 19b in Rotterdam. Het is onbekend wanneer het gezin  in Kamp Westerbork is geregistreerd. Wel bekend is dat allen op 13 November 1942 nog in het kamp aanwezig waren en dat Benjamin en Rozetta verbleven in barak 64. De beide kinderen zelfs nog op 31 December 1942 met als aantekening op hun kaart van de Joodse Raad : “in ziekenhuis woonend”.  Benjamin en zijn vrouw Rozetta werden uiteindelijk zonder hun kinderen op 9 Februari 1943 op transport gesteld naar Auschwitz en zijn daar bij aankomst op 12 Februari 1943 onmiddellijk om het leven gebracht. De kinderen, Abraham en Mientje werden op 2 Maart met het eerste transport naar Sobibor gedeporteerd waar zij direct bij aankomst op 5 Maart 1943 zijn vermoord.

Zijn dochter Sijbilla trouwde op 26 Maart 1941 in Amsterdam met Abraham Frank, een zoon van Jacob Frank en Frederika Cohen.  Na haar huwelijk woonde zij enkele weken bij haar man op de Verlengde Rijnkade 119 in Arnhem en vanaf 18 April woonde zij met haar man in bij haar schoonmoeder, de weduwe Frederika Frank-Cohen in de Amsterdamse Retiefstraat 96 I;  Op 28 Juni 1941 kregen zij hun eigen woning op de Breedeweg 11 I in Amsterdam waar zij twee jaar woonden. Abraham Frank was sinds 1942 depothouder voor Het Joodsche Weekblad van N.V. Joachimsthal en wegens zijn functie gesperrt. Op 26 Mei 1943 werden Abraham en zijn vrouw in Kamp Westerbork geregistreerd en verbleven zijn in barak 58. Op 1 Juni werden zij naar Sobibor gedeporteerd, waar zij bij aankomst op 4 Juni 1943 direct zijn vermoord.

Zijn dochter Lena was ongehuwd en woonde samen met haar vader in de Smedenstraat 203 in Deventer. Zij was costuumnaaister en hulp in de huishouding en zij werd op 15 Januari 1943 in Kamp Westerbork geregistreerd. Op 29 Januari werd zij op transport gesteld naar Auschwitz en bij aankomst aldaar op 1 Februari 1943 onmiddellijk vermoord.

Stadsarchief Deventer, bevolkingsregister; www.wiewaswie.nl; Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Abraham Frank en Sijbilla Ehrenreich; Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart van Benjamin Ehrenreich en het archief van de Joodse Raad, diverse registratiekaarten van de Ehrenreich families.

Alle rechten voorbehouden