Verhaal

Een kort leven in een geldkistje

Het drama van de familie Redlich.

 

Diep weggestopt in de kruipruimte onder een woning aan de Stadionkade in Amsterdam trof elektricien Guus Braam op 14 december 2016 een geldkistje aan. Het kistje bleek de nagelaten papieren te bevatten van de Duits-joodse familie Redlich die in 1938 vanuit Nazi-Duitsland naar Nederland was gevlucht. De documenten en een bijgevoegd glasnegatief met een portretfoto van de oudste zoon, Peter, onthullen een dramatisch oorlogsverhaal. 

Zoals zoveel Duitse joden moest ook het gezin Redlich uit Hamburg, bestaande uit vader, moeder en twee zoons, Nazi-Duitsland ontvluchten. Op 25 februari 1938 kwamen ze in Amsterdam terecht waar ze uiteindelijk hun intrek namen in een woning aan de Stadionkade ( paspoortaanvraag Peter Redlich ).

Vader Fritz Redlich werd op 6 oktober 1887 in Hamburg geboren en was op 24 mei 1921 getrouwd met de eveneens uit Hamburg afkomstige Thekla Harth. Het echtpaar kreeg twee zoons, Gerd Peter Martin (roepnaam Peter) op 6 september 1922 en Günther op 21 oktober 1923. De jongens werden bewust joods opgevoed en bezochten allebei de godsdienstschool van de Hamburgse Reformgemeente en de Talmud Toraschool. 

Gerd Peter Martin Redlich

Bron: Collectie Joods Historisch Museum/F012378

Eenmaal in Nederland burgerden de beide zoons snel in. De oudste zoon Peter volgde blijkens de gevonden papieren een ‘inbugeringscursus’ aan de Deurlooschool. Daarna volgde hij een opleiding voor analist en knutselde, werkte hij bij een bureau voor binnenhuisarchitectuur Asscher en besteedde hij veel tijd aan de boot die hij had gekocht. We kennen deze details van zijn leven omdat Peter van al zijn aankopen een boekhouding bijhield die eveneens in het kistje werd aangetroffen. Peter leidde, kortom, het gewone leven van een opgroeiende jongen. 

Tijdens de Duitse bezetting nam zijn leven een dramatische wending. Blijkens de gevonden papieren werd de inmiddels 19-jarige Peter Redlich in juni 1941 bij een razzia opgepakt en via interneringskamp Schoorl naar Mauthausen gestuurd waar hij op 13 september 1941 zou worden vermoord. Ook zijn vader, moeder en broer zouden de oorlog niet overleven. Door het nu gevonden materiaal, dat onlangs is overgedragen aan het Joods Historisch Museum, heeft de familie Redlich weer een geschiedenis en hun zoon Peter weer een gezicht gekregen.

 

brief van Peter van 23 juni 1941 aan zijn ouders

Bron: Collectie Joods Historisch Museum/D017620

Een selectie uit het archiefje Redlich zal vanaf 20 april tot 8 juni 2017 te zien zijn in het Joods Historisch Museum te Amsterdam.

 

Redactie Joods Monument