Verhaal

Vol geestdrift gaf hij zijn leven voor het vaderland

Edgar Henri Kan

bron: website erebegraafplaats te Bloemendaal

Edgar Kan werkte bij zijn vader in diens lompensorteerinrichting aan de Wittenburgerstraat in Amsterdam. Op 11 maart 1943 doken Kan en zijn echtgenote, beiden joods, wegens het gevaar voor deportatie onder op een adres aan de Prinsengracht.

Ook tijdens zijn onderduiktijd was Kan – die zich met zijn niet-joods uiterlijk vrij op straat bewoog – betrokken bij het stencilen en verspreiden van Het Parool en de, sedert september 1944 verschijnende, dagelijkse nieuwsbulletins van dit illegale blad. In dit kader werkte hij samen met onder meer Paul Hartman, een der drijvende krachten van de nieuwsbulletin-organisatie in Amsterdam, en zijn broer Jonas H. Kan. Daarnaast verzorgde Kan andere onderduikers met bonkaarten en persoonsbewijzen.

In 1944 sloot hij zich aan bij een gewapende groep van de Persoonsbewijzencentrale welke in de hongerwinter 1944–1945 verschillende kraken op voedselopslagplaatsen pleegde.

Op 5 januari 1945 was Kan betrokken bij een overval op Chocolade- en Suikerwarenfabriek Klene in Amsterdam. Na een vuurgevecht met de gewaarschuwde politie werd hij gearresteerd en overgebracht naar het HvB aan de Weteringschans. De volgende dag werd hij (als Johan Beckman, geb. 24.6.1919 te Enschede: de gegevens op zijn vervalste persoonsbewijs) in Amsterdam gefusilleerd.

Kans echtgenote overleefde de oorlog; zijn vader H.J. Kan werd op 51-jarige leeftijd op 21 mei 1943 in het vernietigingskamp Sobibor (Polen) om het leven gebracht.

 

Bron: website van de erebegraafplaats te Bloemendaal