Marcus Meiler, groothandelaar, was een zoon van Abraham Meiler en Henriette Coopman. Hij trouwde op 8 Augustus 1914 in Leeuwarden met Selina Velleman, een dochter van Isak Velleman en Jeltje Izaaks. Hij kwam uit een gezin met vijf kinderen, waarvan Sophia, Sebilla en hijzelf tijdens de Sjoa zijn vermoord. Zijn zuster Sara en broer Karel hebben de Holocaust overleefd. Zijn vader overleed al ver voor de oorlog, in 1896 en zijn moeder in 1937.
Marcus en Selina kregen samen drie kinderen, t.w. Abraham (Bram), Isidoor (Ies) en Henri Karel (Henri). Zij zijn alle drie in Rotterdam geboren en zijn alle drie in Auschwitz vermoord. De echtgenote van Marcus, Selina Velleman overleed echter in Rotterdam op 20 April 1941 en uit de begraafboeken van de joodse begraafplaats te Rotterdam is bekend dat zij aldaar is begraven.
De kinderen van Marcus, Bram en Ies, beiden vertegenwoordigers en Henri, magazijnbediende, werden al op 31 Juli 1942 in Kamp Westerbork geregistreerd en op 3 Augustus doorgestuurd naar Auschwitz, waar zij alle drie uiteindelijk op 30 September 1942 van het leven zijn beroofd.
Marcus Meiler werd op 10 October 1942 in Kamp Westerbork geregistreerd en werd al twee dagen later, op 12 October gedeporteerd naar Auschwitz en onmiddellijk bij aankomst aldaar op 15 October 1942 vermoord.
Stadsarchief Rotterdam, bevolkingsregister betr. Meiler, gezinskaarten Marcus Meiler; huwelijksregister Leeuwarden huwelijksakte 198 Meiler/Velleman en het archief van de Joodse Raad, kaarten van Marcus, Abraham, Idsidoor en Henri Karel Meiler.