Verhaal

Hartog Izaak Kisch en 'de kolonisatie van het land der vaderen door Joden'.

Door: Frits Slicht

Geboren in Groningen verhuisd hij naar Amsterdam. Hartog raakt betrokken bij, voor mij althans, een tamelijk onbekende organisatie, de ITO!

Foto van het ITO-bestuur. Bron: De Joodsche Prins 1912.

Hartog Izaak is geboren op 9 april 1870 in Groningen. Kisch is in Groningen een veelvoorkomende naam. Zo is er ook de fotograaf Herman Kisch die veel fotomateriaal leverde voor het tijdschrift ‘De Joodsche Prins’. Of er hier sprake is van een familieverband is niet direct achterhaalbaar, maar onmogelijk lijkt het niet. In ieder geval hebben beide mannen elkaar een keer ontmoet, Herman heeft in 1912 een portretfoto (een kunstlichtopname) gemaakt van het bestuur van ITO (zie hierna).
Hartog Izaak Kisch is getrouwd met Rebecca Spitz op 10 juli 1902. Volgens zijn archiefkaart is hij handelsagent in huishoudelijke artikelen.

Aan het eind van het eerste decennium van de 20ste eeuw is Hartog Izaak Kisch betrokken geraakt bij de Joodsche Territoriale Organisatie (afkorting: ITO). Het doel van het ITO is: "de verkrijging van een land op autonomische basis voor die Joden die niet kunnen of willen blijven in de landen, waar zij thans wonen". Hij is in ieder geval vanaf de oprichting van de afdeling Amsterdam in 1909 (NIW van 15-01-1909) betrokken. Hij is zelfs de voorzitter van deze oprichtingsvergadering. In hetzelfde jaar wordt hij tijdens de grote internationale ITO bijeenkomst in Londen zelfs benoemd tot lid van het internationaal ITO bestuur. Uit hoofde van zijn functie zal hij meerdere malen optreden als spreker. Niet alleen voor de eigen afdeling in Amsterdam, ook in andere afdelingen is hij een graag geziene gastspreker. In Amsterdam vinden meerdere bijeenkomsten plaats in Huize Stranders (Nieuwe Herengracht 103).
Hartog Kisch zal ook enkele malen in het buitenland aanwezig zijn tijdens internationale bijeenkomsten van het ITO. Zo is hij op 20 oktober 1912 aanwezig bij een bestuursvergadering van de Britse afdeling.
Of hij altijd betrokken is gebleven bij de ITO is niet duidelijk. Het is overigens ook niet duidelijk tot wanneer het ITO actief is geweest. Opvallend is nog wel een artikel van de zoon van Hartig, professor Izaak (of: Isaac) Kisch in het NRC van 1 november 1973. In dit artikel schets hij een historisch overzicht van het zionisme dan wel het streven naar een eigen Joodse staat (al dan niet in Palestina). Dit zegt hij over de tweede fase (lopend tot 1920, het Palestina Mandaat. Zie: Mandaatgebied Palestina ):

“Vóór de Eerste Wereldoorlog heeft, naast de zionistische organisatie, een joodse territoriale organisatie gewerkt, de ITO, eveneens strevend naar een joods land, maar dan met het verschil dat dit land niet juist Palestina hoefde te zijn. Vele onderhandelingen heeft ze gevoerd, met de koloniale mogendheden, maar tevergeefs: de willigheid van de mogendheden was gering, en de joden waren niet bereid voor een land dat niet het oude stamland was, de onontbeerlijke offers te brengen aan mankracht en geld. Maar nu het opmerkelijke verschijnsel. Zodra enige onderhandeling was geopend — bijv. in 1913, toen met Portugal werd gesproken over een territorium in Angola —, liep de koloniale bevolking te hoop en demonstreerde tegen een joodse overheersing.”
Bron: het NRC van 01-11-1973

Hartog Kisch en zijn vrouw behoren tijdens de Duitse bezetting in de jaren 1940-1945) tot ‘de bevoorrechte groep der Barneveld-Joden’. Voor meer informatie, ga naar: Barneveldse Joden .
Hartog overlijdt in 1943 op 73-jarige leeftijd te Barneveld. In het Joodsche Weekblad staat een korte In Memoriam:
"Reeds in den tijd van de pro-Palestina organisaties stond de heer Kisch vooraan om de kolonisatie van het land der vaderen door Joden te bevorderen. Onmiddellijk na de stichting der Zionistische beweging nam de heer Kisch een werkzaam aandeel op zich. En het waren in onze Joodsche gemeenschap jn die dagen slechts enkelen, die het grote belang van deze Joodsche vernieuwingsbeweging inzagen. Onversaagd bevorderde hij haar belangen en op menige vergadering bracht hij haar interessen naar voren. Op het gebied der Oost-Joodsche literatuur was de heer Kisch een ingewijde. Hij was zeer belezen en liet velen profiteren van de geestelijke rijkdommen die dit onderdeel der Joodsche cultuur biedt."
Bron: het Joodsche Weekblad van 30 juli 1943.

Media bestand