Simon zat van 5 mei 1887 tot zomer 1893 op de Rotterdamse dovenschool.
Volgens de gegevens van de school was hij in zijn jeugd doof
geworden.
Simon volgde kosteloos onderwijs en zijn verpleegkosten werden deels betaald door het doveninstituut.
Volgens de gegevens van de Groningse dovenschool hadden zijn ouders, Israël Ancona en Naatje
Ancona-Springer, nog een dove zoon: Zacharias Ancona, geboren op 7 december 1886 in Amsterdam. Deze zou op 1-jarige leeftijd doof geworden zijn. Zacharias was geen oorlogsslachtoffer.