Verhaal

Over Leon Wesly

Door: Jef

Een van zijn zussen sprak over Leon bij het leggen van het struikelsteentje:

"Het donkere jongetje op de foto is Broertje. Geweest.

Dat schattige, lieve jongetje is Broertje. Geweest.

In een donkere nacht werd hij slapend overhandigd aan vreemden uit het verzet.

Die beloofden goed voor hem te zorgen.

Bij wakker worden was hij in een vreemd bedje, helemaal alleen.

De vreemde mensen waren niet lief en hij werd niet goed verzorgd.

Enige maanden later werd hij wakker in een ander vreemd bedje.

Bij aardige mensen, en bij zijn zusje. Ze herkenden elkaar nauwelijks; ze zagen er beiden zo anders uit dan vroeger. Hoe was ‘vroeger’ ook alweer?

Hij mocht buiten spelen, op straat. Heerlijk.

Ze zouden zelfs allemaal samen naar De Gelaarsde Kat gaan, hij verheugde zich zo.

De mannen in de donkere jassen trokken zich niks aan van wat hij wilde.

En verder, gebeurde in zijn leventje alleen maar wat hij niet wou.

Een klein donker jongetje van 4 alleen in een politiecel.

Alleen in Westerborks kinderziekenhuis, waar Clara Asscher-Pinkhof over schreef dat ze de vliegen maar niet van de kinderoogjes kon weghouden.

En alleen in de bevroren zieken-dodentrein, in diepvries februari 1944.

En alleen naar Auschwitz. Ik hoop dat hij vlug stierf, lang voor aankomst op die 'andere planeet'. "