Jette Israëls was een dochter van Sander Israëls en Hanna Gans. Haar ouders zijn voor de oorlog overleden. Zij woonde met haar broers David en Salomon aan de Heerweg in Visvliet in het huis dat ze van hun ouders hadden geërfd. Jette en haar broers bleven ongehuwd.
Jette Israëls zorgde voor het huishouden en zij stond in de manufacturenwinkel die aan huis werd gedreven. In het kleine winkeltje werd van alles verkocht: lakens, slopen, tricotages, dekens, elastiek, garen, knopen, spelden enzovoort.
Jette Israëls was slecht ter been. Voor haar kwaal zocht zij hulp bij een hypnotiseur in Eenrum.
G.J. van Klinken en J.H. de Vey Mestdagh, De joodse gemeenschap in het Groninger Westerkwartier, Peize en Roden (Groningen 1985) 104-106, 242
In de Hoofdstraat E 42 in Visvliet (gemeente Grijpskerk) woonde Jette Israëls met haar broer Salomon Israëls. Jette Israëls zat ondergedoken in het Rooms-Katholieke Ziekenhuis in Groningen. Zij is daar opgehaald en via Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz.
W. Kamminga, Grijpskerk van crisis tot bevrijding (Grijpskerk 1993)-1993, 51