Hanna Juhl was de dochter van Hugo Juhl en Klara Selig. Haar vader was oprichter en eigenaar van kledingfabriek Juhl & Helmke in Bielefeld (Duitsland) en hij bezat ook een aantal woonhuizen die hij verhuurde. In 1932 verloofde Hanna zich.
Hanna en haar verloofde kwamen in de herfst van 1933, onhafhankelijk van elkaar, naar Amsterdam. Door afzonderlijk te reizen konden ze elk legaal een groot geldbedrag meenemen. Op 24 november 1933 trouwde het stel in Scheveningen.
Het echtpaar woonde aan de Biesboschstraat 47. De echtgenoot startte in Amsterdam een farmaceutische fabriek.
De vader van Hanna Juhl is in juni 1939 overleden, waarna haar moeder naar Nederland is gevlucht. Een zuster, Mathilde Juhl, was al eerder naar Nederland uitgeweken. De familie had de hoop om via Nederland naar Engeland of Amerika te kunnen vluchten.
Direct na de Duitse inval probeerde het vijftal met een boot naar Engeland te ontkomen. Een eerste poging op 14 mei mislukte door een wegversperring bij de haven van IJmuiden. De echtgenoot van Hanna Juhl probeerde het diezelfde avond nogmaals. Hij beschrijft: ‘In radeloze toestand stapten 8 mannen en een vrouw in een roeiboot, en roeiden de Noordzee op. Allen vonden dat ze beter konden verdrinken dan als lammeren naar de slachtbank zouden worden gebracht. Tegen alle verwachtingen in, werden ze, na vier dagen en nachten, zonder water en voedsel, door de bemannig van de Engelse onderzeeboot L26, 120 kilometer oostelijk van Harwich - meer dood dan levend - aan boord gebracht.’
De rest van de familie bleef achter zonder te weten wat zich had afgespeeld. Radeloos besloten zij een einde aan hun leven te maken. Op 3 juli 1940 zijn zij in hun woning aan de Lomanstraat 91 door verstikking om het leven gekomen. Ze zijn begraven op de joodse begraafplaats in Diemen.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Biografie