Biografie

Het lot van Levie Crost en zijn gezin.

Levie Crost was een zoon van Ephraim Crost en Bloeme Trompetter.  Hij trouwde op 31 Maart 1920 in Zaandam met Sophia Zegerius, een dochter van Meijer Hartog Zegerius en Duifje Lap. Het echtpaar had twee kinderen: Eduard en Max Louis.

Levie Crost kwam uit een gezin met zeven kinderen, waarvan drie kinderen de Holocaust hebben overleefd. De andere vier, hijzelf, Esther, Rachel en Mozes zijn tijdens de Sjoa om het leven gebracht.

Het is niet bekend wanneer het gezin Levie Crost in Westerbork is aangekomen. Wel bekend is dat allen, d.w.z. Levie Crost, zijdn vrouw Sophia Zegerius en zijn kinderen Max Louis en Eduard op 14 September 1942 op transport gesteld zijn naar Auschwitz. Dit transport met in totaal 902 gedeporteerden, stopte in Kozel, ca 80 km ten westen van Auschwitz waar 120 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar gedwongen werden om de trein te verlaten. Zij werden vervolgens tewerk gesteld als dwangarbeiders in de omliggende satelliet kampen van Auschwitz. Levie Crost behoorde de groep van 120 personen die in Kozel de trein moesten verlaten. Zij, die in de trein achterbleven werden verder vervoerd naar Auschwitz om daar te worden vermoord. Sophia Crost Zegerius werd bij aankomst op 17 September 1942 onmiddellijk vermoord. Haar zonen Max Louis en Eduard hebben vermoedelijk nog kort dwangarbeid moeten verrichten maar hun officiële datum van overlijden is 30 September 1942

Levie Crost kwam terecht in het dwangarbeiderskamp Blechhammer, waar de Oberschlesische Hydrierwerke uit steenkool benzine vervaardigde. Het was het grootste dwangarbeiderskamp van de "Organisation Schmelt", een groot industrieel complex in de voormalige provincie (Landkreis) Koźle (Ned. Kozel) in Opper-Silezië, bestaande uit tientallen verschillende kampen met tot 50.000 (voornamelijk Joodse) dwangarbeiders. Kamp Blechhammer is in 1940 opgericht.

In april 1944 werd Organisation Schmelt ontmanteld. Daarna fungeerde Blechhammer als subkamp van Auschwitz. In Blechhammer, gelegen in het dorp Sławięcice, werd gebouwd aan een nieuwe chemische fabriek. De gevangenen van het kamp waren tussen april 1944 en januari 1945 bezig met het bouwen van de fabriek. Hierna werd het kamp ontruimd. Het kamp telde 3985 mannelijke gevangen (17 januari 1945) en ongeveer 180 vrouwelijke gevangenen (30 december 1944).

Uit documenten uit 1946 betreffende massagraven bij en rondom het voormalige kamp Blechhammer, die in 2016 in Polen zijn gevonden is gebleken dat Levie Crost daar op 21 Juli 1943 zou zijn omgekomen, vermoedelijk door uitputting, ziektes of andere ontberingen. Zijn officiële datum van overlijden is echter door de Nederlandse overheid vastgesteld als 30 Juni 1943 in Auschwitz.  

Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Levie Crost, gezinskaart Ephraim Crost en website www.wiewaswie.nl.; website Wikipedia over Jodentransporten vanuit Nederland; website Blechammer;

 

Bij vaststelling van de overlijdensdatum van Levie Crost wordt de officiële Nederlandse datum gehandhaafd. De hier vermelde datum is de juridische overlijdensdatum door het Ministerie van Justitie aangehouden.
In een document opgesteld door de Poolse juridische autoriteiten naar aanleiding van een bezoek in maart 1946 aan het voormalige werkkamp Blechhammer en aan massagraven in de bossen rond Blechhammer, wordt een andere overlijdensdatum genoemd voor Levie Crost namelijk 21 juli 1943. Volgens dit document stonden er op sommige graven houten markeringen met overlijdensdata. Deze data zijn toegevoegd aan het document.
Overblijfselen uit de graven in de bossen rond Blechhammer zijn in 1958 opgegraven en herbegraven in een gemeenschappelijk graf op de Opole Polwies begraafplaats in Polen.
Bron: Panstwowe Muzeum, Auschwitz-Birkenau, protocol 6 maart 1946