Biografie

Over David Sealtiel

David Sealtiel was een zoon van Samuel Sealtiel en Roza (Roosje) Lever.
Hij was gehuwd met Aaltje Cohen. Zij stierf in april 1940. Ze kregen in ieder geval zes kinderen samen: Roosje, Frederika, Rachel, David, Samuel en Maurits. Ze woonden op verschillende adressen in Amsterdam. David was slager en kunstschilder. Van 1906 tot 1926 had hij een eigen slagerszaak. In 1926 verkocht hij de zaak en ging zich toeleggen op het kunstschildersvak, dat daarvoor een liefhebberij van hem was. Hij oefende dit vak uit in een souterain op het Waterlooplein. Na de dood van Aaltje hertrouwde hij in 1940 me Marianne Raap.

In hoofdzaak maakte hij zaken als schilderijtjes, spiegeltjes enzovoort. Hij beschilderde ook lampenkappen. Aanvankelijk ging dat goed, maar langzamerhand ging het achteruit. Hij kon zich nog lang staande houden, doordat een aantal van zijn kinderen gehuwd waren en hij van hen kon lenen. Begin 1929 ging hij failliet. Dankzij steun van verschillende instanties kon hij voortgaan met zijn werk.

In 1932 deed David een uitvinding om een kunstgebit zodanig te maken dat het bijna als een normaal gebit vast zat. Hij had een contract met een tandarts om dit gebit op de markt te brengen. Toen deze samenwerking mislukte maakte hij nog voor eigen rekening kunstgebitten, naast zijn activiteiten als kunstschilder. In 1933 huurde hij weer een slagerij, maar omdat de inkomsten nihil waren werd hij in overspannen toestand opgenomen. Hij werd beschouwd als 'ernstig zenuwpatiënt'.

In november 1933 was David Sealtiel weer begonnen met werken. Hij maakte nu reclames voor winkels en handelde in loterijbriefjes. Hij had hier weinig succes mee.
Stadsarchief Amsterdam, Archief van de gemeentelijke sociale dienst, dossier 28172

Volgens een lijst met winkels van joodse eigenaren, opgesteld door de Amsterdamse politie in 1940, had dit gezin een winkel in kunstschildersartikelen, adres: Ruyschstraat 118 te Amsterdam.
Gegevens afkomstig uit het politiearchief berustend bij het Stadsarchief Amsterdam