Biografie

Over Elisabeth Harpman

In 1947 is een proces gevoerd tegen de Nederlandse politieagent G. Gringhuis, die tijdens de oorlog voor de SD had gewerkt. In het NIOD bevindt zich een dossier van dit proces (Archief NIOD/CABR). Een ooggetuige verklaart:
"In Januari 1943 heb ik in mijn woning in Amsterdam een kamer verhuurd aan een vrouw die naar ik later hoorde Elisabeth Harpman heette. Ik vermoedde dat deze vrouw jodin was. Zij had een joods uiterlijk. Op 18 januari 1943 ben ik boodschappen gaan doen. Toen ik thuis kwam zag ik dat het ruitje van mijn voordeur kapot was. Toen ik mijn woning binnentrad, bemerkte ik dat Elisabeth weg was. De volgende dag kwam Gringhuis aan mijn huis en nam mij mee naar het hoofdbureau van politie in Amsterdam. Daar werd mij gevraagd waarom ik aan een joods vrouw onderdak had verleend. Ik antwoordde daarop dat ik nimmer geweten had, dat bedoelde vrouw een jodin was. Ik werd toen in vrijheid gesteld op voorwaarde dat ik drie maanden lang Volk en Vaderland zou lezen.
Een week later ben ik weer door Gringhuis opgehaald en overebracht naar het politiebureau. Daar zei men dat ik geld van de joodse vrouw in bezit zou hebben. Ik heb dat geld nimmer gezien en ik heb ook verklaard dat ik nergens van wist. Ik werd daarop weer in vrijheid gesteld. Ik weet niet hoe het met Elisabeth Harpman afgelopen is. Ik heb nooit meer iets van haar gehoord."
Toevoeging van een bezoeker van de website