Verhaal

Gezin Simon Brommet

Keetje Swartberg was een dochter van Levie Swartberg en Maria Vissel. Ze had grijze ogen en blond, rossig haar. Keetje was naaister bij mensen aan huis. Ze verstelde kleren. Keetje trouwde met Simon Brommet, een weduwnaar met twee kinderen. Keetje en Simon kregen een dochter: Selma. Het gezin ging in Norg wonen aangezien Simon ziekenverzorger was in de strafkolonie Veenhuizen. Hun huis stond vlakbij deze strafkolonie. Ze hadden een grote vruchtentuin. Later woonde Keetje in de Houtstraat in Assen. Simon was volgens één van zijn kinderen één van de mede-oprichters van de VARA en hij was links georiënteerd.
Keetje wordt herinnerd als een fantastische huisvrouw. Ze was oppassend, zuinig en kon erg goed koken. In haar ouderlijk huis was ze de oudste dochter en heeft vaak moeten meehelpen.
In de oorlog had één van haar stiefkinderen een onderduikadres gevonden voor Selma. Toen ze dat tegen Keetje zei, werd Keetje helemaal hysterisch van angst. Ze was hierop tegen.
Selma was een mooi meisje met donkerbruin haar. Ze was heel intelligent, haalde tienen voor wiskunde en algebra. Eigenlijk zou ze gaan studeren, maar daar kwam door de oorlog niks van.
Simon zat in een verzorgingstehuis in Assen, maar werd evenals Keetje en Selma gedeporteerd. De kinderen uit zijn eerste huwelijk overleefden de oorlog.
Toevoeging van een bezoeker van de website

Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 1135) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.


Dit gezin wordt herdacht op een gedenkteken in Assen. Een beschrijving van dit gedenkteken is te vinden op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.