Verhaal

Gezin Emanuel Zanten

Emanuel Zanten was de zoon van een diamantslijper te Amsterdam. Hij trouwde in 1920 met Helena Hertz, dochter van een kosjere slager aan het Markenplein in Amsterdam. Het echtpaar kreeg twee kinderen. Jacob Hans (roepnaam Jaap) werd in Buchenwald om het leven gebracht. Het andere kind overleefde de oorlog.
Emanuel Zanten volgde een opleiding in de elektrotechniek op de HTS. Zijn eerste opdracht was het aanbrengen van verlichting in de sjoel aan het Jonas Daniel Meyerplein.
Het echtpaar Zanten woonde in de Weesperstraat 103 in Amsterdam. Daar begon Emanuel Zanten een winkel in radio-onderdelen. Van een onderneming in Frankrijk verwierf hij de vertegenwoordiging voor Nederland. Hij reisde vaak naar Frankrijk, zelfs per vliegtuig. Daarnaast bezat Emanuel Zanten de alleenverkoop van radiolampen van de firma Splendor, een concurrent van Philips. Eind jaren ‘20 slaagde Philips er in Splendor over te nemen, waardoor Emanuel Zanten de alleenvertegenwoordiging kwijtraakte.
In de jaren ‘30, met de opkomst van de automobiel, legde Emanuel Zanten zich meer toe op de import uit Frankrijk van auto-onderdelen en -gereedschap. Het gezin verhuisde naar de Muiderstraat 33 in Amsterdam. Dit was een groter huis waar de voorraad kon worden opgeslagen. De zaken breidden zich uit. Het bedrijf bleef in de Muiderstraat gevestigd, maar het gezin verhuisde, eerst naar de Ruyschstraat 7 en daarna naar de Zuider Amstellaan 87.
Het gezin-Zanten heeft op 14 mei 1940 een poging gedaan naar Engeland te ontkomen, hetgeen mislukte. Ze gaven de woning aan de Zuider Amstellaan op en ging weer wonen in de Muiderstraat.
Emanuel Zanten en zijn vrouw kregen in juli 1942 een oproep zich bij de Hollandsche Schouwburg te melden. De dag voordat zij zich moesten melden, ontmoette hij de heer Manukovski, administrateur van het joodse ziekenhuis op de Keizersgracht. Via hem kreeg hij de functie van hoofd van de technische dienst van het ziekenhuis en op basis van die functie kreeg hij voorlopige vrijstelling van deportatie voor hem en zijn gezin.
Begin maart 1943 liep de vrijstelling af. De gezinsleden moesten zich melden bij de Hollandsche Schouwburg. De ouders kregen hun voorlopige vrijstelling terug en de kinderen kwamen in het kamp Vught terecht.
Toevoeging van een bezoeker van de website

Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 266) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossieris bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van geroofde effecten of waardepapieren (W-claim, nummer 13434/9919).

Volgens een lijst met winkels van joodse eigenaren, opgesteld door de Amsterdamse politie in 1940, had dit gezin een auto-onderdelenzaak, adres: Muiderstraat 33 te Amsterdam.
Gegevens afkomstig uit het politiearchief berustend bij het Stadsarchief Amsterdam