Verhaal

Gezin Benedictus Fransman

Het gezin van Benedictus Fransman was een religieus gezin, met vijf kinderen. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ging het gezin van België naar Nederland. Ze openden in Rotterdam een banketbakkerswinkel. Benedictus Fransman won veel medailles als banketbakker. Het gezin was niet rijk. Bij de machtsovername van Hitler in Duitsland dacht het gezin in Nederland veilig te zijn door de bescherming van het Oranjehuis. Bij het bombardement op Rotterdam werd ook de bakkerij verbrand. Benedictus begon toen een ijszaak. Na een half jaar nam Benedictus een banketbakkerij over in Den Haag en het gezin trok daar naar toe. Toen een 'Kommandant' van de bezetter klaagde over de kwaliteit van de taarten van Benedictus zei deze niet de goede ingrediënten te hebben. Hij kreeg toen nota bene van de Duitsers de goede ingrediënten bezorgd. Benedictus en zijn vrouw doken onder tijdens de oorlog. Toen Benedictus toch gevangen werd gezet gaf hij zijn ring aan de latere Minister van Financiën, die daar met hem als lid van het verzet in de gevangenis zat. Deze ring werd na de oorlog aan een van de twee overlevende kinderen van Benedictus gegeven.
USC Shoah Foundation, USC-SF nr. 02548 (interview Henrie Joseph Fransman)

Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 40772) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.