Verhaal

Philippus Blok

herinnering aan Philipp Blok

Door: Niemand

Onze naaste buurman was de heer Izak Blok, die met zijn gezin op nr 5a woonde. Het waren aardige, achtenswaardige mensen. Met de jongste zoon, Philippus Izak Blok was ik als kind zeer bevriend.
Er waren - zeer christelijke - buurvrouwen die dat zagen, en mijn moeder er op aanspraken met de woorden: "Zo, dus jij laat jouw kind spelen met zo'n jodenjong?" Wat mijn moeder daar precies op heeft geantwoord, kan ik me niet meer herinneren. Zeker is wel dat zij zeer boos is geworden.
In 1941 werd mijn vader door een Duitse landgenoot verraden, waarna hij moest onderduiken. In 1942 moesten moeder en ik ook onderduiken. We zijn terechtgekomen in Amsterdam, waar moeder in ons levensonderhoud wist te voorzien door het geven van pianolessen, alsmede het vervaardigen van mooie, artistieke poppen.
Toen we kort voor de bevrijding weer in Groningen terugkeerden, stond de woning van de familie Blok leeg. We hoorden dat ze waren afgevoerd naar Polen. Na de bevrijding vernamen wij via het Rode Kruis dat de hele familie, bestaande uit vader Izak, moeder Lily en de kinderen Rebekke Seline (Beppie), Benjamin Philippus (Benno) en Philippus Izak (Phili) in Sobibor om het leven was gebracht. De woede die bij mij als 9-jarige ontstond, is nooit meer weggegaan. Philipp was mijn maatje, en die hebben de zwijnen mij afgenomen. Ik kan er nog steeds niet zonder emotie over spreken. In mei 1945 kwam vader uit zijn onderduikadres in Friesland terug. Dat was feest, want we hadden de oorlog overleefd!

Alle rechten voorbehouden