Izaak wordt op 2-9-1942 gearresteerd op het Amstelstation door de agent van politie Punt, werkzaam voor de Zentralstelle für Jüdische Auswanderung, samen met 2 andere personen. Izaak wordt ervan beschuldigd zich zonder Jodenster in het openbaar te begeven.
Bij fouillering wordt er een bedrag van Fl. 21,53 en halve cent op hem gevonden.
Het rapport van het Bureau Joodsche Zaken is ondertekent door A. Kaper. Dit is één van de meest beruchte collaborateurs en ´jodenjagers´ van de oorlog, Abraham Kaper. In 1949 is hij na een terdoodveroordeling terechtgesteld.
Verhaal