Verhaal

Wat ik weet over mijn grootmoeder Jansje Vleeshhouwer-de Jong

Deze informatie is van Betty Van Essen-Kok.

Mijn grootouders woonden in de Distelstraat in Amsterdam Noord en ik heb mijn grootvader daar gekend. Ik was zeven jaar toen hij overleed (80 jaar geleden).
Mijn grootmoeder is waarschijnlijk in '32 of 1933 naar de Pythagorasstraat 18 in Amsterdam.

Zij woonde toen in het Pension Zonligt. En wij gingen elke zondag te voet van Amsterdam-Noord naar haar toe. Over de Hoogte Kadijk liepen we.
Dan werd de deur opengedaan, door een kleine man en dan ging je rechts de huiskamer binnen en daar zat mijn grootmoeder, achter de lange tafel.
En als je dan naar rechts keek, stond er voor, onder het raam ook een lange tafel. Daar zaten de dames, mevrouw Nunez, mevr. Frenkel (lief mens) en juffrouw Klatser en die haar haar omhoog en ze had bijna altijd aan haar rechterslaap een aardappelschil zitten, tegen de hoofdpijn.

Er zaten verschillende mensen, de namen op joodsmonument bij dit pension zijn dan ook niet vreemd voor mij.
Mevrouw Zonligt droeg een blonde pruik (ze was dus erg vroom), meneer Zonligt droeg een keppeltje. Hun zoon dacht ik niet, Hans Zonligt.

Hoe ze daar kon wonen weet ik niet, misschien werd de huur wel betaald door de kinderen, maar dat weet ik niet zeker. Of door het joods armbestuur. Niemand had geld in die tijd, het was crisis!
Mijn grootmoeder was dik in de tachtig, ze had een donkerblauwe gabardine regenjas en dan deed ze haar alpinopetje op en ging naar de bioscoop en dan zei ze tegen ze m'n moeder:"Ik kan toch niet altijd tussen die oude mensen zitten!"

Alle rechten voorbehouden