Volgens de vroegste gegevens woonden de leden van de latere familie VAN DANTZIG in Amsterdam. Het oudste document is de ondertrouwakte van Emanuel Hijmans met Judith Benjamins (1758, Amsterdam), die Emanuel in het Jiddisj ondertekende met Man b.r. Chajim Dantsiger.
Doop-, Trouw- en Begraafregisters: Amsterdam, D.T.B. 736; Folio 148 [Gemeentearchief Amsterdam]
Ook gegevens uit besnijdenisboekjes, geboorteregistratie en de begraafboeken van Zeeburg bevestigen de aanwezigheid van de familie in Amsterdam in de periode tot ca. 1795. In deze Joodse bronnen werd de naam DANTSIGER gebruikt, terwijl in de burgerlijke bronnen – zoals bijvoorbeeld de ondertrouwregistratie – geen achternaam wordt vermeld. Daarom is de ondertrouwregistratie van Emanuel Hijmans zo’n aardige vondst, omdat hier de burgerlijke registratie zonder achternaam en de Joodse handtekening met achternaam in één document samenkomen.
In de periode tussen ca. 1792 en 1800 vertrok de familie uit Amsterdam. Sommigen eerst naar Alphen, om zich later in Leiden te vestigen, terwijl anderen meteen naar Leiden vertrokken. De exacte verhuisdata zijn natuurlijk niet bekend, maar gegevens over geboorte en overlijden van verschillende familieleden geven toch een aardig beeld van deze verhuizing. Een feit is dat in 1811 – ten tijde van de naamsaanneming – de hele familie in Leiden woonde.
Deze verhuizing viel samen met een roerige periode in de Nederlandse geschiedenis: De Bataafse Republiek (1795 - 1801). In deze tijd kregen de Joden hun eerste burgerrechten (1796), en daarmee ook meer vrijheid, maar was er anderzijds een grote economische achteruitgang in Nederland, die ook de verarmde Joodse bevolking hard trof. De situatie van de Joodse bevolking wordt onder andere beschreven in de biografie over Hartog de Hartog Lémon (S. Bloemgarten, 2007).