Peter en Ineke Gersons waren ondergedoken bij de ouders van hun christelijke dienstmeisje. Toen het daar niet meer veilig was, verhuisden ze naar een politie-inspecteur in de buurt. Hier zaten ze goed en veilig, maar korte tijd later besloot hun vader de kinderen toch te komen halen. Hij had goede papieren gekregen van de Joodse Raad, die het hele gezin bescherming zouden bieden, dus onderduiken was niet meer nodig.
De kinderen zijn weer naar huis gegaan en enige tijd later is de hele familie gedeporteerd.
Verhaal