Dirk (Dicky) Valk kreeg in 1942 een oproep om zich te melden voor werk in Duitsland. Hij gaf aan die oproep gehoor en meldde zich op het station in Bareveld. Korte tijd later bracht een vrouw een uit de trein gegooid briefje van Dicky bij zijn ouders Salomon (Sam) en Roosje Valk-Simons, waarin hij meldde dat hij op weg was naar Silezië om in de mijnen te gaan werken.
De ouders wisten niet waar Silezië lag en huilden toen ze in de Bosatlas zagen dat het toch wel erg ver weg was. Vader Sam voelde zich schuldig en dacht dat dit alles gebeurde omdat ze zich niet goed genoeg aan de Joodse wetten hadden gehouden. Hij nam zich voor het anders te doen zodra ze allemaal weer terug zouden komen.
Uit: "De Joodse gemeenschap van Veendam-Wildervank, Muntendam en Meeden" van Drs. R.C. Hage en mr. J.H. de Vey Mestdagh.