Verhaal

Toch maar trouwen

Door:

Abraham trouwde op 15 februari 1905 met Johanna Agatha Elisabeth Beek (20 mei 1880/31 december 1953), en erkende hun drie tot dan geboren kinderen alsnog. Wilhelmina Jacoba was toen al drie maanden onderweg. Er volgden nog zes kinderen.

Overigens wordt in familiekringen gefluisterd dat de timing van dit huwelijk samenhing met het feit dat Johanna Beek niet Joods was, wat erg gevoelig zou hebben gelegen bij Abrahams moeder, Rachel Lusse-van West. Die schijnt dermate recht in de leer geweest te zijn, dat trouwen met niet-Joodse jongedames niet geappreciëerd werd. Het feit dat ook haar jongste zoon, David Joseph pas in het huwelijk trad, met de buitengewoon on-Joodse Aaltje Maagdelijn, ná het verscheiden van Rachel (12 november 1903), zou als ondersteuning van deze theorie beschouwd kunnen worden. Waarbij dan wel opvalt dat grote broer Jacob Joseph al in 1897, dus toen Rachel nog in leven was, in het in het huwelijk trad met de eveneens niet-Joodse Catharina Engeringh.

Een en ander leidt wel tot het aan zekerheid grenzende vermoeden dat, doordat alle zoons van Joseph David buiten het Joodse geloof en ras trouwden, er de facto geen Joodse Lusse's meer bestaan. De drie dochters, Sientje, Aaltje en Stijntje, trouwden wel Joods, maar hun kinderen hadden uiteraard andere achternamen.