Verhaal

Salomon Vos

Salomon Vos werkte in 1936 als chef-etaleur voor de textielzaak Plotske in de Ferdinand Bolstraat in Amsterdam. Tegelijkertijd runde hij op de Keizersgracht 235 een zogeheten 'rendez-vous'-huis met verschillende raamprostituées, waaronder zijn eigen vriendin Bep Stroomberg. De vrouwen dienden de helft van hun inkomsten aan hem af te staan en ook perste hij regelmatig klanten af. In oktober 1942 zag hij zich gedwongen onder te duiken.
Hij had een huis op de Schimmelstraat 15-1 in Amsterdam, waar hij 12 onderduikers huisvestte. Na verraad volgt een inval op het adres, waarbij de rechercheurs alle onderduikers arresteerden. Ze waren ook op zoek naar Salomon Vos, die ervan werd verdacht aan een gewapende overval te hebben deelgenomen, maar hij had bij de inval weten te vluchten door een openstaand luik.
Bij deze inval werd ook Branca Simons gearresteerd, die kort daarna als V-vrouw voor Bureau Joodsche Zaken ging werken om haar hachje te redden. Door haar toedoen werd Salomon Vos korte tijd later opgepakt. Ook zijn vriendin Bep Stroomberg werd gearresteerd.
Op het politiebureau deden de SD-rechercheurs hem het aanbod om als V-man voor hen te komen werken: hij en zijn vriendin zouden dan vrijkomen. Salomon Vos weigerde en toen de rechercheurs zijn vriendin ook naar de verhoorkamer brachten om hem onder druk te zetten, beet hij haar toe: "Als jij om mij of jezelf vrij te krijgen Joden gaat verraden, breek ik je bij thuiskomst allebei je benen."
Hij wordt kort daarna naar Westerbork doorgestuurd. Bep Stroomberg komt op vrije voeten en knapt in de periode daarna toch een aantal verradersklusjes op voor de rechercheurs. Eén zaak werd bewezen geacht bij de rechtbank in 1948 en Bep Stroomberg werd tot 5 jaar gevangenisstraf veroordeeld.

Bron: 'Vogelvrij. De jacht op de joodse onderduiker', Sytze van der Zee, Amsterdam 2010.