Verhaal

Marcus van Loen

Marcus van Loen is op 20 april vanuit Westerbork naar Sobibor gedeporteerd en vandaar doorgestuurd naar het SS-Arbeitslager Dorohucza. Hier moesten de gevangenen turf steken. Door de slechte werkomstandigheden, de volstrekt onvoldoende voeding en de slechte medische en hygiënische omstandigheden waren de overlevingskansen vrijwel nihil.

Marcus van Loen heeft vanuit dit kamp een kaart, gedateerd 18-6-1943, naar de schoonouders van zijn jongste broer geschreven. Daar was hij samen met zijn broer ondergedoken geweest. Hij schreef zogenaamd aan een vriend om te voorkomen dat zijn familie in moeilijkheden zou komen.

De tekst van de kaart luidde, vertaald vanuit gebrekking Duits: Lieber Freund. Hier een kort berichtje van mij. Ik ben nu in een Arbeitslager en ben goed gezond. Hopelijk gaat het jullie ook goed. U kunt mij terug schrijven. Ook is het toegestaan post en pakketten hier naartoe te sturen. De naam van het kamp is Dorohutcha en ligt in het Generaalgouvernement. Ik werk in de turfstekerij en werk heel goed en aangenaam. [verder onleesbaar].

Gevangenen moesten dit soort berichten sturen om de nagelaten betrekkingen in Nederland een vals beeld te geven van de omstandigheden in het Oosten.

Bron: Jules Schelvis, Vernietigingskamp Sobibor (Amsterdam 2008), pag. 136-138.