Verhaal

Gerszon Hausman

Gerszon Hausman was door Friedrich Weinreb als vertegenwoordiger aangewezen van zijn 'filiaal' in Scheveningen.
In december 1942 werd het gezin geëvacueerd: ze gingen op de Pletterijstraat in Den Haag wonen bij het gezin Bloemkoper in huis. Bella Hausman-van Baaren werd in die tijd in het Zuidwalziekenhuis opgenomen, waarschijnlijk om zo verder uitstel van deportatie te krijgen. Gerszon Hausman had inmiddels een positie bij de Joodse Raad verkregen en kon daarmee het ontslag van zijn vrouw uit het ziekenhuis bewerkstelligen.
Eind maart 1943 werd het gezin Hausman opgehaald voor kamp Vught. Zij hadden wel een onderduikadres in Drente, maar maakten hier geen gebruik van, omdat ze meenden dat onderduiken ook geen pretje was en ze in Polen misschien beter af waren. Ze waren immers nog jong en konden hard werken, dus die korte tijd dat de oorlog nog zou duren, zouden ze het wel uithouden.

Bron: 'Rapport door het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie uitgebracht aan de minister van Justitie inzake de activiteiten van drs. F. Weinreb gedurende de jaren 1940-1945, in het licht van nadere gegevens bezien', Mr. D. Giltay Veth & A.J. v/d Leeuw. Den Haag, 1976.