Verhaal

Maurits Meijer Philips

In 1943 ontdekte de Apeldoornse politie tijdens een onderzoek naar verdwenen Joodse bezittingen een kist met Delfts aardewerk. Maurits Meijer Philips en zijn vader Jozeph werden op 7 januari gearresteerd, omdat de commissaris meende dat de kist aan hen toebehoorde (wat overigens niet het geval was).
Maurits' vrouw, Alida Philips-de Jong, deed hierop haar beklag bij de NSB-burgemeester. Hij beloofde de zaak met de commissaris te bespreken en erop terug te komen. Zover kwam het echter niet, want voordat de burgemeester dit kon doen, liet de commissaris Alida Philips-de Jong met haar moeder en haar kinderen arresteren. Samen met Maurits Meijer Philips en vader Jozeph werd het hele gezin naar Westerbork gestuurd, terwijl Maurits en zijn vader in de plaatselijke Joodse Raad zaten en dus waren gesperrt.

Bron: 'Vogelvrij. De jacht op de joodse onderduiker', Sytze van der Zee, Amsterdam 2010.