David is op 22-9-1942 in Westerbork geregistreerd en op 25-9-1942 op transport. Dit transport viel in de zogeheten “Cosel-periode” (van 28-8-1942 tot en met 12-12-1942). De transporten in deze periode werden door de Duitsers in de Poolse plaats Cosel (opper-Silezië, op circa 80 kilometer ten westen van Auschwitz) gesplitst. De mannen die voor het verrichten van arbeid geschikt werden bevonden, moesten op dit station de trein verlaten. Als “arbeitsfähig”werden bevonden de mannen in de leeftijdscategorie tussen ca. 15 en 50 jaar. Degene die in de trein waren achtergebleven werden door gezonden naar Auschwitz, terwijl de geselecteerde mannen in de omliggende kampen werden te werk gesteld. Op grond van deze algemene informatie is het zeer waarschijnlijk dat David geselecteerd is voor te werk stelling, maar er zijn helaas geen documenten of lijsten bewaard gebleven waaruit dit onomstotelijk blijkt. Het Nederlandse Rode Kruis heeft na de oorlog op grond van informatie zoals getuigen verklaringen gereconstrueerd wat er met de groep gebeurd is die in Cosel de trein moesten verlaten. Het transport bestond uit 928 mensen waarvan niemand de oorlog heeft overleefd. De conclusie luidt dat de voor arbeid geselecteerde mannen (138 personen), wier lot onbekend was, uiterlijk tot eind januari konden hebben overleefd. De overlijdensdatum van David, 31-1-1943, dient gelezen te worden als een uiterlijke datum.
Verhaal