Rosa Kraun werd geboren in Rotterdam op 2 October 1903 als tweede kind van Meijer Kraun uit Bariezow (Rusland) en zijn vrouw Sara Mest uit Ostrolengka (Polen). Rosa's ouders, Maijer Kraun en Sara Mest werden op 12 November 1896 “ambtshalve” ingeschreven in het Bevolkingsregister van Amsterdam. Zij woonden o.a. in het z.g. “Russenstraatje”, de Manegestraat nr. 8 en 12. In Amsterdam werd in 1902 hun zoon Jacob geboren maar in hetzelfde jaar nog overleed hij, bijna 10 maanden oud.
Op 19 Mei 1903 vertrokken Meijer Kraun en zijn vrouw uit Amsterdam naar Rotterdam, waar zij hebben gewoond in de Diergaardestraat14 en in de Van der Sluijsstraat 49b en nr. 85. Daar werden hun andere drie kinderen geboren: Rosa, de enige dochter in het gezin op 2 October 1903, haar broer Mozes volgde op 15 Augustus 1907 en haar broer Simon op 20 November 1910.
Rosa Kraun vertrok op 17 Januari 1928 van Rotterdam naar Amsterdam, waar zij woonruimte vond bij bij haar familie Levie Schop en zijn vrouw Mietje Muller in de Kromme Mijdrechtstraat 20 II. Zij trouwde op 2 Mei 1928 in Amsterdam met de 38-jarige winkelier Victor Altschul, die geboren was op 15 Januari 1890 in het Russische Mozyr als zoon van Abraham Altschul en Chasja Grünman die ten tijden van het huwelijk van hun zoon beiden in Tel Aviv in Palestina wonen. Op 27 Juni 1928 werd Rosa van daar weer afgeschreven naar Rotterdam.
Op basis van de 10e volkstelling van 31 December 1920 werd Victor Altschul ingeschreven als ingezetene van Rotterdam. Hij was toen hotelbediende, had nog geen verblijf en woonde in bij de pensionhoudster Ella Greville op de Nieuwe Binnenweg 160b. Nadien werd Victor koopman en winkelier.
Op 12 Januari 1928 vertrok hij naar Amsterdam en verbleef toen op de Amstelkade 14 I bij de familie van de Kraun familie, Abraham Muller en Anna Schop. Nadat hij met Rosa Kraun gehuwd was keerde Victor Altschul op 27 Juni van dat jaar terug naar Rotterdam en woonde samen met zijn vrouw in de Zwart Janstraat 86, waar Victor ook zijn twee winkels had en waar op 7 Mei 1931 hun dochter Sara werd geboren. Op 29 Januari 1932 verhuisden zij naar de Bergschelaan 222a en op 27 Juli 1935 volgde nog een verhuizing naar de Bergsingel 77. En tijdens het bombardement op Rotterdam van 14 Mei 1940 zat de familie daar in de schuilloopgraven, die daar gemaakt waren.
Het was zeer wel mogelijk dat Victor Altschul actief was in een Oost-Joodse gemeente en in 1938 was hij samen met twee anderen de Rotterdamse afgevaardigde voor een vergadering van de Federatie Oost-Joodsch Verbond. Uit een artikel uit het Nieuw Israëlitisch Weekblad van 21 October 1938 blijkt dat hij openlijk bezig was met rechtsbijstand voor Oost-Joden en uit het N.I.W. van 21 April 1939 blijkt dat Victor Altschul voorzitter werd van het Oost-Joodsch Verbond.
Op 30 Augustus 1942 werd winkelier Victor Altschul gearresteerd door de Sicherheitspolizei, omdat hij was verhuisd zonder vergunning. Het gezin Victor Altschul werd half September vanuit Rotterdam afgevoerd naar Westerbork, waar het op 17 September 1942 werd binnengebracht en op 28 September werd gedeporteerd naar Auschwitz. Daar werden zij bij aankomst op 1 October 1942 onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten van Rosa Kraun, Meijer Kraun en Victor Altschul; Open Archieven.nl, huwelijksakte 222 uit Amsterdam van 2-5-1928 voor Victor Altschul en Rosa Kraun; website volkstellingen.nl/1920; website Joods Amsterdam/Manegestraat-Russenstraatje; website Joods Erfgoed Rotterdam/Zwart Janstraat en Bergsingel; NIW van 21-10-1938 en 21-4-1939/ Federatie Oost-Joodsch Verbond; overlijdensaktes uit Rotterdam voor Sara en Victor Altschul, nr.3279 en 3280 d.d. 21-12-1950 en akte 3295 d.d. 21-12-1050 voor Rosa Kraun en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Victor Altschul en Rosa Altschul-Kraun.